6.3 Verteringsenzymen

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

H6 Voeding, vertering en gezondheid

Welke route

legt je voedsel

af door je spijsver-

teringskanaal?

6.3 Leerdoelen

1. Je licht het verband tussen de vorm en functie van enzymen toe en beschrijft de naamgeving
2. Je licht aan de hand van de optimumkrommen de invloed van de temperatuur en de pH toe op de snelheid van een enzymreactie
3. Je beschrijft de stappen van chemische vertering van koolhydraten, eiwitten en vetten (zelf)
   

Vertering

Verteringsenzymen zetten grote moleculen om in kleinere moleculen

Wat zijn enzymen? 

Verteringsenzymen

Functie:

Moleculen van voedingsstoffen die je eet zijn meestal te groot om op te nemen via je darmen in je bloed.

Verteringsenzymen knippen moleculen in de kleinere stukken =chemische afbraak

(andere enzymen kunnen juist moleculen aan elkaar lijmen)

 

Enzymen

Verteringsenzym:

Eiwit dat een

molecuul kan

knippen

Hoe werkt dat?

Koolhydraten

Eiwitten

Vetten

Naam van een enzym

De naam van een enzym is afgeleid van het substraat waar hij voor is.

Enzymen zijn vaak te herkennen aan de naam -ase

Maltase breekt maltose af, lipase breekt lipiden (vetten) af, sacharase breekt sacharose af enz enz.

Welk enzym breekt lactose af in galactose en glucose?

Zetmeel wordt door amylase afgebroken tot ...

Welk enzym breekt vetten af tot monoglyceriden?

Polypeptiden worden afgebroken tot aminozuren door het enzym ...

Welke verteringsproducten van vetten worden uiteindelijk opgenomen in de dunne darm?

Reactiesnelheid

Optimumkromme:

• Minimum
• Optimum
• Maximum

Afhankelijk van temperatuur
en pH!

Reactiesnelheid

Denaturatie:

Vormverandering van 

eiwitten door te hoge

temperatuur of de

verkeerde

zuurgraad

Reactiesnelheid

Te hoge temp, te lage pH:

enzym onherstelbaar beschadigd

Te lage temp, te hoge pH: 

enzym werkt tijdelijk niet 

Verschillende enzymen hebben verschillende optima!

Koolhydraten

Eiwitten

Vetten

Aan de slag!

Je licht het verband tussen de vorm en functie van enzymen toe en beschrijft de naamgeving.

- 42, 46, 47

Je licht de invloed van de temperatuur en de pH toe op de snelheid van een enzymreactie aan de hand van optimumkrommen.

- 49, 52, 53

Je beschrijft de stappen van de vertering van koolhydraten, eiwitten en vetten.

- 55, 59

Klaar? Kijk je huiswerkopdrachten na!

Huiswerk

Lees heel §6.3 en maak opdrachten: 

42, 46, 47, 49, 52, 53, 55, 59