Les 2 Mesker en Ayres (Philip)

• bewegingsonderwijs
• HBO
• Studiejaar 3

Het neurologisch ontwikkelingsmodel 

                           volgens

                          MESKER

Wat was ook alweer een splintervaardigheid (Kephart)

1. Alle vaardigheden die met opponeren te maken hebben
2. Een vaardigheid die de 'uiterste' fijne motoriek vereist
3. Bijvoorbeeld een draad door een naald doen.
4. 'n te vroeg aangeleerd trucje die geen betekenis heeft voor de motorische ontw.

Mesker was een Nederlandse Neuroloog die de relatie heeft beschreven tussen......

1. hersenontwikkeling en ontwikkeling v.d. motoriek
2. het vegetatieve en het animale stelsel van de mens
3. de anatomie en de fysiologie van de mens
4. Gesell en pabostudenten die niet goed meedoen in de les

Wat is
LATERAAL

1. De bovenkant
2. De buitenzijde
3. De onderkant
4. het centrum

=  buitenste kop van

    een kuitspier

Wat betekent:
ALTERNATE (=engels)

1. afwisselend
2. beneden
3. centraal
4. duidelijk

Nu de powerpoint

over:

DE ONTWIKKELINGS-FASES

BESCHREVEN DOOR

MESKER

                         Vragen n.a.v. 'Mesker' over de  ....  

Wat is een
ANTA-GONIST?

1. Een duim die opponerende bewegingen maakt met de vingers
2. 'n niet-actieve spier die een tegenovergestelde beweging kan maken.
3. een spier die ook actief is en aldus de beweging 'helpt'
4. iemand die de bewegingen precies anderom maakt

Spier die meehelpt bij een beweging heet:
(= extra voor de sportroute, dus nu geen toetsvraag)

SYNERGIST

agonost =
grote borstspier

agonist = biceps

Antagonist = triceps

1. De antagonistische fase
(= slurffase) van 0 tot 3 mnd.

Veel ongecontroleerde
TEGEN-bewegingen van lichaamsdelen.

Voorbeeld trappelen

(denk aan een trappelzak)

Het ene been strekt terwijl het andere been buigt

Waarom wordt de ANTAGONISTISCHE FASE ook wel slurffase genoemd

1. Omdat er lange bewegingen worden gemaakt in die fase, waardoor het een slungelachtig lijkt
2. Omdat een olifanten-slurf ongecontroleerde bewegingen maakt
3. Omdat een slurf ook kan opzuigen
4. Omdat een slurf naar de ene zijde beweegt als een ander gedeelte de andere kant op beweegt

Vb. Een baby gaat vaak met de           
       duim naar de mond terwijl de         
       andere arm van het hoofd       
       wegbeweegt.

Kleuter (4jr.) met veel tegengestelde bijbewegingen (slurfresten), na gesprek met ouders, doorverwijzen:

- MRT

- Cesartherapeut

- Kinderfysiotherapeut

Welke fase komt er (naar Mesker) na de antagonistische fase?

2. De symmetrische fase

(van 1 tot max. 6 jr.)

Veel ongecontroleerde  

MEE-bewegingen van de lichaamsdelen.

Voorbeelden:

- Alles wordt met 2
  handen tegelijk in

  de mond gestopt

- Kleuter tikt ballon
   andere arm beweegt mee

Moeilijke (fijne) bewegingen

gaan vaak gepaard met bijbewegingen.

Deze overtollige bewegingen kunnen zijn:

                     'slurfresten'
      (uit de antagonitische fase) 

                'symmetrieresten'

          (uit de symmetriefase)

Noteer in de volgende slide eens bij welke vaardigheid, of vaardigheden, ook jij extra (onnodige) bewegingen maakt.

Bijbewegingen
studenten

Wat is een SYNKINESE?

1. Altijd een slurfrest
2. Altijd een symmetrierest
3. Een symmetrie of slurfrest
4. Een overblijfsel uit de lateralisatiefase

Enkele voorbeelden van SYNKINESIEËN

- Met de tong:
  (vb.  pas leren schrijven)

- Met de mond (foto hiervoor)

- Met je andere ledemaat

- Met een ander lichaamshelft
   (vb. touwtjespringen)

Daarom wordt het touw bij kleuters bewogen

Nog meer duidelijke Synkinesieën specifiek:  symmetrieresten:

- knipogen (2 ogen dicht).

- knippen (mond beweegt mee)

- oefeningen van de vorige paboles
   (samengestelde bewegingen zijn
   moeilijk voor jonge kinderen)

- kleuter (4) schopt een bal met
   rechts direct daarna maakt links
   ook een schopbeweging.

Nog meer duidelijke symmetrieresten:

Zó hoort de 2-benige afzet te zijn

(bijv. bij een sprong op een springplank voor de kast of bok).

Maar, t/m groep 4 zijn er nog veel kinderen die dit om de beurt doen 

(geluid is dan = tatam)

Ene been doet iets--> andere ook!

Dat is de symmetrie volgens mesker!

Deze topsporter heeft een duidelijke symmetrie-rest.

De linker arm buigt ook.
Kijk ook naar de hand.

Deze knijpt ook

Hoe heet de fase (Mesker), waarbij de lichaamsdelen leren om onafhankelijk van elkaar te bewegen

1. Antagonistische fase
2. Agonistische fase
3. Lateralisatiefase
4. Dominantie fase

De Lateralisatiefase

(van 6 -9 jaar)

Maar!!!!!! Het begint al tijdens de symmetriefase

Kruipen is een prima voorbeeld van een van de eerste lateralisatie bewegingen.

Het afwisselend bewegen van lichaamsdelen

Net als de vorige oefening kunnen we ook om de beurt links en rechts een bal stuiteren
(dit is typisch voor de lateralisatie-fase).
Hoe noemen dit om de beurt handelen?

1. Mediaal-Lateraal-effect
2. Synkinetisch vermogen
3. Alterneren
4. Discrimineren

Discriminatie

Als je in de symmetrie- en lateralisatie fase steeds maar één zijde alles laat doen --> discriminatie van de andere zijde.

Hoe noemen we het, als iemand met (bijv.)beide handen fijn-motorisch goed kan bewegen

1. Ambi-lateraal
2. Duo-sinister
3. dubbel-drive
4. Ambi-dexter

Ambidexter

(lett. beide-rechts)

Wordt ook wel genoemd:

Beidhandig

Ambilateraal

Hierbij is er nog geen duidelijke keuze gemaakt tussen links en rechts.

Beide zijden zijn nog onhandig.

"die heeft ook twee linkerhanden"

Dominantie

DE DOMINANTIE-FASE

De laatste fase van Mesker (na 9 jr. -->)

Deze fase 'uit' zich door ontspanning van alle andere lichaamsdelen bij uitvoeringen van bewegingen.

De voorkeurszijde wordt verder ontwikkeld

Is deze rechtshandige pitcher echt overal ontspannen?

Dominatie

Denk aan:

- schrijven

- voetbal (links- / rechtsbenig)

- gereedschap hanteren, zoals schroeven draaien

- knipogen

De volgende slide gaat over:

Wie weet met welke zijde je moet boogschieten of je met een geweer links of rechts moet schieten?

Waar hangt het van af of je met een rechterboog schiet of een linkerboog (zo ook bij geweerschieten)

1. Je ogen
2. De hand bij de pees van de boog of de trekker (geweer)
3. De hand die de boog van je af duwt
4. De afstand tot het doel

Doe de oog-test

om je dominante oog te bepalen

Wat is spierdystrofie

1. spiervezels worden dunner (na gips bijv.)
2. De spiervezels veranderen van samenstelling (onbruikbaar)
3. Een afwijking van de schildklier
4. De motorische zenuwbanen gaan kapot

Bij welke motorische afwijking werken de agonisten, de synergisten en de antagonisten niet goed samen

1. Bij A.L.S.
2. Bij spier-atrofie
3. bij spasticiteit
4. bij een pabostudent die niet oplet nu

Wat doe je in de les bewegingsonderwijs met een kind met Multiple Sclerose?

1. die mag niet meedoen met deze lessen
2. die mag alles behalve de koprol
3. alles behalve balanceeroefeningen
4. alles laten doen wat het kind zelf aangeeft

Noem zintuigen
maar NIET:
horen, zien, ruiken
en proeven

Zintuigen

Het tactiele systeem (voelen)

Het vestibulaire systeem

(evenwicht)

Het proprioceptieve systeem

(sensomotoriek)

+ horen, ruiken en zien

Wat ervaar je bij staan op één been met je ogen dicht?

Denk aan 'SPIERZIN'