BSM: 1.5 en 1.3 nog te doen 4V

H1. Bewegen en gezondheid

1.5 Voeding
en 
1.3 Bewegingsapparaat
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

H1. Bewegen en gezondheid

1.5 Voeding
en 
1.3 Bewegingsapparaat

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

Je weet hoe het spierstelsel in elkaar zit. 
Je weet hoe een spier in elkaar zit. 
Je kunt uitleggen bij ´simpele´ beweging welke spieren je daarbij gebruikt. 



Slide 2 - Diapositive

Dit is een les die veel zelfstudie bevat omtrent het leren van de namen van de spieren en botten.  advies is om dit voor de les al als huiswerk te hebben opgegeven.
1.3 Bewegingsapperaat.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spierstelsel
  • Beweging
  • Soorten:
  1. Gladspierweefsel: darmen etc.
  2. Hartweefsel
  3. Dwarsgestreept spierweefsel: skeletspieren
  • Hechting origo en insertie
  • Agonist, Antagonist en synergist.

Slide 4 - Diapositive

origo, het begin
insertio, het einde
Uitzondering: je tong, 1 punt vast


Agonist: de spier die zorgt voor de beweging die je wil maken.
Antagonist: de spier die de tegengestelde richting maakt
synergist: meewerkende spier


Opdracht
Maak tweetallen.
persoon 1 wijst een bot aan op zijn/haar lichaam.
Persoon 2 Geeft de Latijnse benaming van het bot.
Bij elk poging wissel je van functie.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
  • Maak 2 tallen.
  • Voer de volgende beweging uit:
  1. Bicep curl
  2. Push up
  • Noteer bij elke oefening de agonist,  synergist en antagonist.

Slide 7 - Diapositive

geef ze een bijlage met alle grote spieren.

Tip, de spieren die werken worden hard tijdens de beweging.

Slide 8 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Motorisch leren
Coördinatie is het trainen van je brein om de juiste motorunits aan te sturen op het juiste moment.

Fase 1: Cognitieve fase, de beweging is onbekend en je moet hier nog veel kennis van opdoen. Deze fase kost veel concentratie  en de bewegingen zijn vaak houterig.

Fase 2: Associatieve fase, de beweging lukt soms en moet nog vaak geoefend worden. Hier vind je de eerste succes belevingen. Hier heb je nog vrij veel concentratie voor nodig.

Fase 3: Autonome fase, de beweging gaat zonder dat je er bewust over hoeft na te denken. Je kan je aandacht verplaatsen naar andere zaken.

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld fietsen welke fase
Voorbeeld fietsen en Jongleren, plus rekenen.



Bij coördinatie denken de meeste aan complexe beweging zoals het vangen van een bal. Maar coördinatie vind ook plaats bij simpele bewegingen zoals bij kracht training. Je brein leert steeds meer motorunits tegelijkertijd aan te sturen hierdoor lijkt het alsof je spieren sterker zijn geworden maar het is eigen je brein die je spieren beter aanstuurt en dus coördineert. Dit proces duurt tussen de 8 en 12 weken. Daarna komt pas spiergroei.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions