S03 - Literatuur: basisbegrippen

1 / 27

Slide 1: Diapositive

NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

S03 - Literatuur: basisbegrippen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke literaire begrippen ken je?

Slide 3 - Carte mentale

Voorkennis ophalen over de literaire begrippen en aan de hand hiervan uitleg over de begrippen herhalen

Doelen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.3.1 Even opfrissen

Je kent de begrippen fictie en non-fictie, open en gesloten einde, tijd en ruimte, personages en verhaallijn (herhaling eerste graad).
Je weet wat die begrippen betekenen en je kan ze toepassen op boeken en fragmenten.

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze serie is ...

fictie

non-fictie

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De plaats waarin het verhaal van een boek of film zich afspeelt noemen we de _____________. In de boeken en films van Harry Potter is dat de fictieve plaats Zweinstein.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De mensen die in het verhaal aan bod komen, zoals Harry, Ron en Hermelien, noemen we de _________________.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De __________________ waarin het verhaal zich afspeelt is grotendeels het heden in de Harry Potterreeks. Per boek worden de gebeurtenissen van één schooljaar verteld.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het verloop van de gebeurtenissen, van aan het begin van het boek of de film tot aan het einde, noemen we de __________________.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het einde van de boeken of de films van Harry Potter is telkens eerder een ____________ einde: hoewel het gaat om een reeks, wordt het verhaal telkens wel afgerond.

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je met veel vragen zou blijven zitten als lezer, zou het om een _________ einde gaan.

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

1.3.1 Even opfrissen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.3.2 Fictie en non-fictie

Je kunt de begrippen fictie en non-fictie toepassen op een aantal boeken.
Je begrijpt dat de begrippen fictie en non-fictie niet altijd even duidelijk gescheiden zijn en dat er ook mengvormen bestaan.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.3.2 Fictie en non-fictie

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conclusie: fictie en non-fictie

Het verschil tussen fictie en non-fictie is niet altijd duidelijk.
Bv. een verzonnen personage in de Franse revolutie
Bv. een verhaal over Hannibal met verzonnen elementen
Minstens één verzonnen element in een boek: sowieso fictie
Enkel en alleen feiten: non-fictie

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.3.3 Roman en kortverhaal

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.3.3 Roman en kortverhaal

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.3.4 Verhaalanalyse

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions