Fictie vs. Non-fictie: Wat is het verschil?

Fictie vs. Non-fictie: Wat is het verschil?
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Fictie vs. Non-fictie: Wat is het verschil?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je het verschil tussen fictie en non-fictie herkennen en benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over het verschil tussen fictie en non-fictie?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is fictie?
Fictie zijn verhalen die verzonnen zijn, niet echt gebeurd zijn.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van fictie
Voorbeelden van fictie zijn sprookjes, fantasyboeken en sciencefictionfilms.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is non-fictie?
Non-fictie zijn verhalen die echt gebeurd zijn, gebaseerd op feiten en echte gebeurtenissen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van non-fictie
Voorbeelden van non-fictie zijn biografieën, geschiedenisboeken en wetenschappelijke artikelen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe herken je fictie?
Fictie heeft vaak verzonnen personages, gebeurtenissen en locaties.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe herken je non-fictie?
Non-fictie bevat feitelijke informatie, echte personen en gebeurtenissen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening: Fictie of Non-fictie?
Laat de leerlingen enkele korte teksten lezen en bepalen of ze fictie of non-fictie zijn.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.