3H NN6 H6 (in)congruentie

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom!

- Macbook dicht op tafel.

- Ga rustig zitten.

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

- weet je wat congruentie betekent 

- weet je wat incongruentie betekent

- kun je congruentiefouten (incongruentie) herkennen en verbeteren

Lesprogramma

- Welkom en introductie (5 min)

- Terugblik (5 min)

- Uitleg (in)congruentie (10 min)

- Zelfstandig werken aan de weektaak (30 min)

- Afsluiting en vooruitblik (5 min)

Congruentie

Wat is dat?

Pen en papier nodig!

De hond eet de worst

CONGRUENTIE

Onderwerp en persoonsvorm moeten gelijk zijn in getal.

Dus als het onderwerp enkelvoudig is, moet de persoonsvorm ook enkelvoudig zijn. En als het onderwerp meervoudig is, moet de persoonsvorm ook meervoudig zijn. 

Gelijkheid in getal noemen we congruentie.

Simpel voorbeeld

*De auto rijden voorbij.

De auto rijdt voorbij.

Welke zin is goed/congruent?

a. Een groep wielrenners viel vlak voor de finish. 

b. Een groep wielrenners vielen vlak voor de finish. 

Welke zin is goed/congruent

a. Het gebruik van alcohol en partydrugs vormen een groot gevaar voor de gezondheid van jongeren 

b. Het gebruik van alcohol en partydrugs vormt een groot gevaar voor de gezondheid van jongeren 

Welke zin is goed/congruent

a. Op Museumdag is de meeste musea gratis toegankelijk

b. Op Museumdag zijn de meeste musea gratis toegankelijk

Uitleg (in)congruentie

Hoe herken en verbeter je incongruentie?

1. zoek de kern van het onderwerp

2. Is de kern ev of mv?

3. Welke ww is de pv en is deze ook ev of juist mv?

Verbeteren: pas de pv aan.

Een groep studenten hebben dit evenement georganiseerd. 

Een woedende menigte voetbalsupporters hebben dertien winkelruiten vernield.

Zelfstandig werken

- Werk verder aan weektaak 1 (zie leerdoelenkaart) 

Eindopdracht weektaak 1 

Schrijf een tekst van ongeveer 200 woorden over je plannen voor de (zomer of droom)vakantie. Maak in je tekst minstens 4 incongruentiefouten. En schrijf minstens 1 zin in de lijdende vorm. Schrijf bovenaan je tekst: Zoek de ... fouten (vul het aantal fouten in dat je in de tekst hebt gemaakt) 

Eisen: volgende les inleveren en zorg dat leesbaar is (getypt of geschreven)

Hoe: individueel (je mag fluisterend iets vragen)

Klaar?: Ga verder met weektaak 2 en je mag met oortjes in werken!

Aan de slag!

* Maak H1 Zelfstandig naamwoord en lidwoord.

* Werk rustig.

* Overleg/vraag indien nodig.

Klaar? 

Werk door aan H2 t/m H6.

Werk door..:

* Zelfstandig en stil.

* Volg de planner.

Klaar? 

Leer voor de toets.

Werk door..:

* Stel eventueel een vraag/ overleg rustig.

* Volg de planner.

Klaar? 

Leer voor de toets.