Formuleren: incongruentie

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- weet je wat congruentie betekent 
- weet je wat incongruentie betekent
- kun je congruentiefouten (incongruentie) herkennen en verbeteren

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- weet je wat congruentie betekent 
- weet je wat incongruentie betekent
- kun je congruentiefouten (incongruentie) herkennen en verbeteren

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
- Lezen (10 min)
- Welkom en introductie (5 min)
- Terugblik (5 min)
- Uitleg (in)congruentie (10 min)
- Zelfstandig werken aan de weektaak (30 min)
- Afsluiting en vooruitblik (5 min)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Terugblik
Lijdende en bedrijvende vorm
Formuleren: onnodig lijdende vorm (formuleerfout) vermijden

Slide 4 - Diapositive

De leerlingen maken de toets.
Lijdend
Bedrijvend

Slide 5 - Sondage

De brieven worden door de postbode bezorgd.
Lijdend
Bedrijvend

Slide 6 - Sondage

Wanneer je de handeling of het object van de handeling in de zin centraal wilt stellen
a. kun je wel de lijdende vorm gebruiken (twee vingers)
b. kun je beter niet de lijdende vorm gebruiken (drie vingers)

Slide 7 - Diapositive

Congruentie
Wat is dat?

De hond eet de worst

Slide 8 - Diapositive

CONGRUENTIE

Onderwerp en persoonsvorm moeten gelijk zijn in getal.

Dus als het onderwerp enkelvoudig is, moet de persoonsvorm ook enkelvoudig zijn. En als het onderwerp meervoudig is, moet de persoonsvorm ook meervoudig zijn. 

Gelijkheid in getal noemen we congruentie.

Slide 9 - Diapositive

voorbeeld
*De auto rijden voorbij.

De auto rijdt voorbij.

Slide 10 - Diapositive

3 oorzaken waardoor incongruentiefouten ontstaan

Slide 11 - Diapositive

Welke zin is goed/congruent?
a. Een groep wielrenners viel vlak voor de finish.
b. Een groep wielrenners vielen vlak voor de finish.

Slide 12 - Question ouverte

Welke zin is goed/congruent?
a. Op Museumdag is de meeste musea gratis toegankelijk
b. Op Museumdag zijn de meeste musea gratis toegankelijk

Slide 13 - Question ouverte

Hoe herken en verbeter je incongruentie?
1. zoek de kern van het onderwerp
2. Is de kern ev of mv?
3. Welke ww is de pv en is deze ook ev of juist mv?
Verbeteren: pas de pv aan.

Slide 14 - Diapositive

Een groep studenten hebben dit evenement georganiseerd. 

Slide 15 - Diapositive

Een woedende menigte voetbalsupporters hebben dertien winkelruiten vernield.

Slide 16 - Diapositive

Zelfstandig werken
Opdracht
Schrijf een tekst van ongeveer 200 woorden over je plannen voor de (zomer of droom)vakantie. Maak in je tekst minstens 4 incongruentiefouten. En schrijf minstens 1 zin in de lijdende vorm. Schrijf bovenaan je tekst: Zoek de ... fouten (vul het aantal fouten in dat je in de tekst hebt gemaakt) 

Eisen: volgende les inleveren en zorg dat leesbaar is (getypt of geschreven)
Hoe: individueel (je mag op zachte toon iets vragen).
Klaar?: Maak uit paragraaf 3.4 opdracht 7, 9 & 10 

Slide 17 - Diapositive

Afsluiting en vooruitblik
Weet je nu wat congruentie betekent?  
Weet je wat incongruentie betekent? 
Kun je congruentiefouten (incongruentie) herkennen en verbeteren?

Dinsdag 8 februari : eindopdracht mee!
Elkaars fouten opsporen

Slide 18 - Diapositive

Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Een aantal mensen komt altijd te laat.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 19 - Quiz

Incongruentie:
Tachtig procent van de eindexamenleerlingen is geslaagd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Incongruentie?
A
Duidelijk, ik kan alleen verder.
B
Mwah, misschien heb ik zo wel een vraag.
C
Ik heb daar nu al een vraag over.

Slide 21 - Quiz