Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Chemisch rekenen
Chemisch rekenen
Rekenen aan reacties, rekenen met massaverhoudingen,
toepassing van algemene kennis
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 3,4
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Chemisch rekenen
Rekenen aan reacties, rekenen met massaverhoudingen,
toepassing van algemene kennis
Slide 1 - Diapositive
Wat moet op de open plekken worden ingevuld?
Hoeveel atoomsoorten tel je?
Hoeveel atomen tel je?
In een molecuul bevinden zich - tussen de niet-metaal atomen -
atoombindingen
of ook wel
covalente bindingen
genoemd.
14
3
waterstof
koolstof
chloor
zuurstof
11
Slide 2 - Question de remorquage
Wat moet op de open plekken worden ingevuld?
4
index 1
coëfficiënt
index
aantal moleculen
aantal van een atoomsoort
Slide 3 - Question de remorquage
Wat voor type reactie is de volgende reactie?
4 NH
3
(g) + 5 O
2
(g) --> 4 NO (g) + 6 H
2
O (g)
A
ontleding
B
synthese
C
vorming
D
verbranding
Slide 4 - Quiz
Welk energie-effect treedt er op
bij verbranding?
A
er treedt geen energie-effect op
B
endotherm
C
zowel endotherm als exotherm
D
exotherm
Slide 5 - Quiz
Welk woord past niet?
A
kleur
B
concentratie
C
katalysator
D
verdelingsgraad
Slide 6 - Quiz
Welke van de volgende stoffen
is een oxide?
A
alcohol
B
ammoniak
C
zwavelzuur
D
natriumoxide
Slide 7 - Quiz
Wat betekent het voorvoegsel tetra?
A
3
B
1
C
4
D
2
Slide 8 - Quiz
Welke stof kan je aantonen
met wit-kopersulfaat?
A
zuurstof
B
water
C
zwaveldioxide
D
zetmeel
Slide 9 - Quiz
Welke van de volgende stoffen is ontleedbaar?
A
koolstofmono-oxide
B
ijzer
C
moleculair zwavel
D
kobalt
Slide 10 - Quiz
Welk woord past niet?
A
indampen
B
verbranding
C
fotolyse
D
synthese
Slide 11 - Quiz
Wat moet op de open plekken worden ingevuld?
Al + O
2
--> Al
2
O
3
Coëfficiënt getallen waar je uit kunt kiezen:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Slide 12 - Question de remorquage
Bereken de molecuulmassa van C
3
H
6
O
1
koolstof = 12,0u helium = 4,0u waterstof = 1,0u
chloor = 35,5u zuurstof = 16,0u stikstof = 14,0u
A
128,5u
B
637,0u
C
58,0u
D
76,0u
Slide 13 - Quiz
Bereken de molecuulmassa van C
3
H
6
O
1
koolstof = 12,0u helium = 4,0u waterstof = 1,0u
chloor = 35,5u zuurstof = 16,0u stikstof = 14,0u
Uitwerking:
3 * C = 3 * 12,0 = 36,0u
6 * H = 6 * 1,0 = 6,0u
1 * O = 1 * 16,0 = 16,0u
Molecuulmassa is dan opgeteld 58,0u
Slide 14 - Diapositive
Bereken het massa% waterstof in C
4
H
10
koolstof = 12,0u helium = 4,0u waterstof = 1,0u
chloor = 35,5u zuurstof = 16,0u stikstof = 14,0u
A
1,0%
B
17,2%
C
82,8%
D
10,0%
Slide 15 - Quiz
Bereken het massa% waterstof in C
4
H
10
koolstof = 12,0u helium = 4,0u waterstof = 1,0u
chloor = 35,5u zuurstof = 16,0u stikstof = 14,0u
Uitwerking:
4 * C = 4 * 12,0 = 48,0u
10 * H = 6 * 1,0 = 10,0u
Molecuulmassa is dan opgeteld 58,0u
Waterstof levert 10,0u in de molecuulmassa van 58,0u, dus massa% waterstof:
(10,0 / 58,0) * 100% = 17,2%
Slide 16 - Diapositive
Er geldt: S (s) + O
2
(g) → SO
2
(g)
Als 96 gram zwavel verbrand wordt in 100 gram zuurstof,
van welke stof is dan wat over (een overmaat)?
koolstof = 12,0u silicium = 28,1u waterstof = 1,0u
zwavel = 32,1u zuurstof = 16,0u stikstof = 14,0u
A
van zuurstof
B
van zwavel
C
er blijft geen beginstof over
D
van beide stoffen
Slide 17 - Quiz
Er geldt: S (s) + O
2
(g) → SO
2
(g)
Als 96 gram zwavel verbrand wordt in 100 gram zuurstof,
van welke stof is dan wat over (een overmaat)?
koolstof = 12,0u silicium = 28,1u waterstof = 1,0u
zwavel = 32,1u zuurstof = 16,0u stikstof = 14,0u
Uitwerking:
RV
S (s)
O
2
(g)
SO
2
(g)
MV
32,1
32,0
64,1
GG1
96,0
x
GG2
y
100
x = (96,0 * 32,0) / 32,1 = 95,7 g
y = (100 * 32,1) / 32,0 = 100,3 g
Er is 100 - 95,7 = 4,3 g zuurstof over
overmaat
De massaverhouding moet je zelf uitrekenen.
Molecuulmassa vermenigvuldigen met de coëfficiënt uit de reactievergelijking. Dat doe je dan per stof in de reactievergelijking.
Slide 18 - Diapositive
Wat moet op de open plekken worden ingevuld?
C
5
H
12
+ O
2
--> CO
2
+ H
2
O
Coëfficiënt getallen waar je uit kunt kiezen:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Slide 19 - Question de remorquage
Welke formule mist er?
2 Al + 6 HBr --> 2 ____ + 3 H
2
Slide 20 - Question ouverte
Welke formule mist er?
2 Al + 6 HBr --> 2 ____ + 3 H2
Uitwerking:
Links: 2 Al 6 H 6 Br
Rechts: 6 H
Blijft rechts over 2 Al & 6 Br, die moet je over 2 aparte groepjes verdelen
dus 1 Al & 3 Br per groepje
De formule is dan AlBr
3
Slide 21 - Diapositive
Welk woord is weggelaten?
Een __________ botsing is een botsing tussen deeltjes
die tot een reactie leidt, dus tot een verandering van de deeltjes.
Slide 22 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
PS en massaverhouding
Mars 2019
- Leçon avec
24 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3.3 rekenen met massa verhouding
Mars 2020
- Leçon avec
26 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Rekenen aan reacties
Mars 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
6.3
Juin 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
6.4 Rekenen aan reacties (deel 1)
Juin 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
M4 Scheikunde H2+3 Chem reacties & Verbrandingen les 4
Juillet 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
4.4 Hoe stel je een reactievergelijking op?
Mars 2018
- Leçon avec
13 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 3
Les 2 - Reactievergelijkingen
Octobre 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3