§2. houding en beweging

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Deze les

Een ander woord skelet is....

1. geraamte
2. ledematen
3. spieren
4. kraakbeen

Noem eens een ander woord voor botten?

1. skelet
2. beenderen
3. geraamte

Noem twee belangrijke functies van het geraamte van de mens.

1. Maakt beweging mogelijk, geeft stevigheid.
2. Beschermt belangrijke organen, haalt gif uit het bloed
3. Maakt bloedcellen aan, produceert urine
4. Reinigt het lichaam, geeft vorm aan je lichaam

Waarvan zijn je botten gemaakt

1. Lijmstof en chitine
2. Chitine en Kalkstof
3. Kalkstof en lijmstof
4. Chitine en kalkstof

Door welke stof wordt het bot buigzaam?

1. kalkstof
2. lijmstof

botten van een baby hebben...

1. veel kalkstof
2. veel cellen
3. veel lijmstof
4. veel stevigheid

H2.2 skelet en houding

BS 2.2 Skelet en houding

1. Je kunt uitleggen hoe de wervelkolom schokken kan opvangen.

2. Je kan uitleggen wat een juiste lichaamshouding is. 

Hoe vangt je wervelkolom schokken op?

Door de vorm:

dubbele S vorm kan schokken opvangen
Door kraakbeenschijven:

door de zachte kern kan het een beetje ingeduwd worden

'juiste houding'

1. zit rechtop

2. zet je voeten plat op de grond

3. leun tegen de leuning

4. gebruik de hele zitting

5. schouders omtspannen

Zithouding

rechtop zitten, knieën 90 graden gebogen

als je aan tafel zit: onderarmen op tafel, elleboog 90 graden gebogen

antwoord:

Dubbele S-vorm

Deze werkt als een door schokbreker bij springen en als een soort veer bij het tillen van zware voorwerpen.

rechtop zitten

Laatste staande persoon, rechts onder

waarom een juiste houding?

HERNIA

• Kraakbeenschijf puilt uit
• Drukt op zenuwen
• Operatie is soms een oplossing

Goede manier van tillen is belangrijk.

• ga recht achter het voorwerp staan, zodat je lichaam niet hoeft te draaien.
  
• buig je benen.
• houd je rug recht.
• houd het voorwerp dicht bij je lichaam.
• til het op door je benen te strekken.

Wat voor speciale vorm heeft de wervelkolom?

1. s-vorm
2. dubbele s-vorm
3. o-vorm
4. dubbele o-vorm

Tussen de wervels zitten:

1. kraakbeenschijven
2. schokwervels
3. beenschijven
4. wervelschijven

Dankzij de vorm van je wervelkolom en de kraakbeenschijven:

1. blijf je rechtop staan
2. kun je lopen
3. kun je je ledematen bewegen
4. schokt je hoofd niet bij elke stap

Opdrachten 

Maak de test jezelf van §2.1 §2.2 online.

Voldoende? ga dan door naar §2.3

Onvoldoende? Bekijk dan eens de filmpjes die in het bestand in Teams staan!