01.09 - ag1 - Zoekend lezen, Mening/feit (oordeel)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Stillezen

Luister

Hoe ze ebt

hoe ze vloedt

snel, sierlijk

maar sterk

Hoe ze rustig

zo kan schreeuwen

is bijzonder

bijna menselijk

Ze denkt niet

ademt niet

ze Zeet.

Ellen van der Kolk Uit Kracht, jongerenpoëzie 2013, Clavis:2013

personificatie

Pak alvast je Chromebook erbij

Planning

• Zoekend lezen
• Mening/feit
• Opdracht: Betekenis opzoeken naam/ straat/plaats.

Lesdoelen:

• Ik kan uitleggen wat zoekend lezen is.
• Ik kan uitleggen wat een feit is.
• Ik kan uitleggen wat een mening is.

Zoekend lezen:

Je leest niet de hele tekst maar je gaat direct op zoek naar de informatie die je nodig hebt.

Woordenboek

Wat doe je als je het woord "resultaat" opzoekt in een woordenboek?

Wanneer is Snelle geboren?

Welke twee bedreigingen zijn er voor het paasvuur?

Welke twee bedreigingen zijn er voor het paasvuur?

Van welke bron komt deze tekst?

Feit

Iets wat werkelijk zo is of wat werkelijk is gebeurd. Je moet het kunnen controleren.

 

Wie heeft er een voorbeeld?

Mening

Iets wat een persoon ergens van vindt. Meningen verschillen vaak.

Andere woorden voor mening zijn: standpunt, oordeel, opinie en opvatting.

Wie heeft er een voorbeeld?

Schrijf 3 feiten en 3 meningen op over deze strip.

Ik vind mijn buurvrouw heel onaardig.

1. feit
2. mening

De kleuren van de Nederlandse vlag zijn blauw, wit en rood.

1. feit
2. mening

Die laptop kost bij de Mediamarkt €500,-.

1. feit
2. mening

Van zwemmen word je nat.

1. feit
2. mening

Ik vind het raar om leraren met 'u' aan te spreken.

1. feit
2. mening

Deze opdrachten zijn heel makkelijk.

1. feit
2. mening

Het is lekker weer vandaag.

1. feit
2. mening

De lonen van brandweermannen zijn laag.

1. feit
2. mening

Hij praat snel.

1. feit
2. mening

De deur is dicht.

1. feit
2. mening

Het is een leuke les.

1. feit
2. mening

Opdracht "Betekenis opzoeken naam/straat/plaats."

Maak de opdracht. Hij staat in Google Classroom in het document waar ook de startopdracht staat.

Klaar? Lezen uit je boek.

Lesdoelen:

Ik kan uitleggen wat zoekend lezen is.

Ik kan uitleggen wat een feit is.

Ik kan uitleggen wat een mening is.