schooldag 2 weer en natuur

Weer en Klimaat
Weer
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
weerBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Weer en Klimaat
Weer

Slide 1 - Diapositive

Het weer:
Je meet:
  • temperatuur
  • neerslag
  • wind
  • op 1 plaats
  • op 1 moment
  • kan elk moment veranderen 

Slide 2 - Diapositive

Temperatuur

Slide 3 - Diapositive

temperatuur

Slide 4 - Diapositive

Breedteligging en temperatuur

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Hoogteligging en temperatuur
  • hoe hoger hoe kouder
  • per 1000m -6 °C kouder
  • De hoogteligging bepaalt de plantengroei in de bergen: zie kaartje in hotspot!

De vegetatiezones op een berg zijn afhankelijk van de hoogteligging. De boomgrens (punt waarop het te koud wordt voor bomen) ligt in de Alpen ongeveer op 1800 meter.

Onthouden: naaldbomen kunnen beter tegen de kou, je vindt de zone met naaldbomen daarom op grotere hoogte dan de zone met loofbomen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Wind + zeestromen en temperatuur
  • Wind = bewegende lucht
  • De zon schijnt op de aarde en verwarmt het aardoppervlak. Hierdoor ontstaat warme lucht.
  • Warme lucht stijgt op en wordt verplaatst door de wind.
  • Maar die opwarming is niet overal hetzelfde -> Landen rond de evenaar krijgen meer zonnestralen dan landen op de polen.
  • Doordat de aarde ook nog eens draait, ontstaan er overal op de wereld stromingen van warme en koude lucht -> Wind dus. 
  • Wind- en zeestromen bepalen voor een groot deel de temperatuur op aarde: zij transporteren warmte wereldwijd...

Slide 10 - Diapositive

Invloed warme Golfstroom in Europa: deze warme zeestroom zorgt ervoor dat warme lucht via zee in Europa komt. Zo zie je dat de Golfstroom langs Noorwegen gaat.... en dat heeft gevolgen!
Een koude zeestroom stroomt langs de kust van Canada. Dit zorgt voor koude lucht in dit gebied...
Wind en zeestromen kunnen zorgen voor temperatuurverschil tussen plaatsen die op dezelfde breedteligging liggen!

Slide 11 - Diapositive

Bergen en temperatuur
  • Bergen kunnen van invloed zijn op de temperatuur
  • Ze vormen een scheiding tussen warme en koude lucht
  • Wind kan tegengehouden worden door een gebergte.
  • Bijvoorbeeld de Alpen, dit gebergte beschermt als een soort muur Zuid-Europa tegen de koude noordenwind. Aan de noordkant van de Alpen is het dus kouder aan de zuidkant. 

Slide 12 - Diapositive

Kust of binnenland -> verschil in temperatuur
  • Kaart NL 
  • Temperatuur in juni
  • Kustgebieden: lagere temperatuur
  • Binnenland: hogere temperatuur

Waarom is er verschil?
  • aanlandige en aflandige wind
  • land warmt sneller op dan zeewater
  • aan de kust is het koeler

Slide 13 - Diapositive

Zeewind = Aanlandige wind,   
                westenwind in NL

  • zeewater warmt langzaam op, de wind is koel. In de zomer is het daarom koeler aan zee.
  • zeewater koelt langzaam af, de wind brengt warme lucht. In de winter is het warmer aan zee.

Slide 14 - Diapositive

Landwind = Aflandige wind
  • Wind van land naar zee is koud, land koelt sneller af dan water.
  • In de zomer is het bij aflandige wind (oostenwind) warm. 
  • In de winter bij aflandige wind (oostenwind) koud.

Slide 15 - Diapositive

de neerslag

Slide 16 - Diapositive

de neerslag

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

0

Slide 19 - Vidéo

jullie hoefen geen opdrachten hierbij te maken

Slide 20 - Diapositive