weer+klimaat

Weer en Klimaat
Weer en Klimaat
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeBasisschoolGroep 6,7

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Weer en Klimaat
Weer en Klimaat

Slide 1 - Diapositive

Wat weten jullie al over het weer?

Slide 2 - Carte mentale

Hebben de seizoenen iets te maken met het weer?
A
nee
B
misschien
C
ja
D
Euh... wat zijn seizoenen?

Slide 3 - Quiz

Kennen
  • Verschil tussen weer en klimaat
  • Hoe ontstaat het weer
  • Je weet hoe het weer voorspelt wordt
  • 4 hoofdklimaten en hun kenmerken
  • De spreiding van de klimaten op aarde
  • Klimaat herkennen op foto's



Slide 4 - Diapositive

Het weer:
Je meet:
  • temperatuur
  • neerslag
  • wind
  • op 1 plaats
  • op 1 moment
  • kan elk moment veranderen 

Slide 5 - Diapositive

Temperatuur

Slide 6 - Diapositive

temperatuur

Slide 7 - Diapositive

lichaamstemperatuur
temperatuur binnen of buiten
digitale lichaamstemperatuur

Slide 8 - Question de remorquage

Breedteligging en temperatuur

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Hoogteligging en temperatuur
  • hoe hoger hoe kouder
  • per 1000m -6 °C kouder
  • De hoogteligging bepaalt de plantengroei in de bergen: zie kaartje in hotspot!

De vegetatiezones op een berg zijn afhankelijk van de hoogteligging. De boomgrens (punt waarop het te koud wordt voor bomen) ligt in de Alpen ongeveer op 1800 meter.

Onthouden: naaldbomen kunnen beter tegen de kou, je vindt de zone met naaldbomen daarom op grotere hoogte dan de zone met loofbomen.

Slide 12 - Diapositive

Wat is wind?

Slide 13 - Carte mentale

Slide 14 - Vidéo

Wind + zeestromen en temperatuur
  • Wind = bewegende lucht
  • De zon schijnt op de aarde en verwarmt het aardoppervlak. Hierdoor ontstaat warme lucht.
  • Warme lucht stijgt op en wordt verplaatst door de wind.
  • Maar die opwarming is niet overal hetzelfde -> Landen rond de evenaar krijgen meer zonnestralen dan landen op de polen.
  • Doordat de aarde ook nog eens draait, ontstaan er overal op de wereld stromingen van warme en koude lucht -> Wind dus. 
  • Wind- en zeestromen bepalen voor een groot deel de temperatuur op aarde: zij transporteren warmte wereldwijd...

Slide 15 - Diapositive

Invloed warme Golfstroom in Europa: deze warme zeestroom zorgt ervoor dat warme lucht via zee in Europa komt. Zo zie je dat de Golfstroom langs Noorwegen gaat.... en dat heeft gevolgen!
Een koude zeestroom stroomt langs de kust van Canada. Dit zorgt voor koude lucht in dit gebied...
Wind en zeestromen kunnen zorgen voor temperatuurverschil tussen plaatsen die op dezelfde breedteligging liggen!

Slide 16 - Diapositive

Bergen en temperatuur
  • Bergen kunnen van invloed zijn op de temperatuur
  • Ze vormen een scheiding tussen warme en koude lucht
  • Wind kan tegengehouden worden door een gebergte.
  • Bijvoorbeeld de Alpen, dit gebergte beschermt als een soort muur Zuid-Europa tegen de koude noordenwind. Aan de noordkant van de Alpen is het dus kouder aan de zuidkant. 

Slide 17 - Diapositive

Twee plaatsen, dezelfde breedteligging... temperatuurverschil: hoe kan dat?

Slide 18 - Question ouverte

Kust of binnenland -> verschil in temperatuur
  • Kaart NL 
  • Temperatuur in juni
  • Kustgebieden: lagere temperatuur
  • Binnenland: hogere temperatuur

Waarom is er verschil?
  • aanlandige en aflandige wind
  • land warmt sneller op dan zeewater
  • aan de kust is het koeler

Slide 19 - Diapositive

Zeewind = Aanlandige wind,   
                westenwind in NL

  • zeewater warmt langzaam op, de wind is koel. In de zomer is het daarom koeler aan zee.
  • zeewater koelt langzaam af, de wind brengt warme lucht. In de winter is het warmer aan zee.

Slide 20 - Diapositive

Landwind = Aflandige wind
  • Wind van land naar zee is koud, land koelt sneller af dan water.
  • In de zomer is het bij aflandige wind (oostenwind) warm. 
  • In de winter bij aflandige wind (oostenwind) koud.

Slide 21 - Diapositive

Vormen van
neerslag

Slide 22 - Carte mentale

mist
hagel
stort-
regen
sneeuw

Slide 23 - Question de remorquage

de neerslag

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Lien

0

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Vidéo

Wat doen de zonnestralen bij de evenaar?

Slide 29 - Question ouverte

Evenaar
Het is zo warm in de tropische regenwouden omdat het dicht bij de evenaar ligt. Hierdoor schijnen de zonnenstralen loodrecht op de aarde, waardoor het meer verwarmd. 

Slide 30 - Diapositive

Bij de evnaar is het
A
warm
B
koud

Slide 31 - Quiz

Het Klimaat:
Je meet:
  • het gemiddelde weer
  • over 30 jaar
  • in een groter gebied
  • kan niet snel veranderen

Slide 32 - Diapositive

4 hoofdklimaten op aarde

Van warm naar koud = van evenaar naar pool:
  1. Tropisch klimaat
  2. Droog klimaat
  3. Gematigd klimaat
  4. Koud/Pool klimaat


Slide 33 - Diapositive

Ligging van de klimaatzones op aarde

Slide 34 - Diapositive

Kenmerken Tropisch Klimaat:
  • hele jaar warm, ± 28°C
  • nooit kouder dan 18°C
  • veel neerslag
  • soms deel van het jaar droog

Slide 35 - Diapositive

landschap in de tropische zone: Wat zie je?

Slide 36 - Diapositive

Kenmerken Droog Klimaat:
  • bijna geen neerslag
  • grote temperatuurverschillen

Slide 37 - Diapositive

Landschap in de droge zone: Wat zie je?

Slide 38 - Diapositive

Kenmerken Gematigd Klimaat:
  • niet heel warm of heel koud
  • hele jaar neerslag
  • soms deel van het jaar droog
  • 4 seizoenen in de natuur

Slide 39 - Diapositive

Landschap in de gematigde zone: Wat zie je?

Slide 40 - Diapositive

Kenmerken Pool Klimaat:
  • hele jaar koud
  • zomertemperatuur niet boven 10°C
  • weinig neerslag, in de vorm van sneeuw

Slide 41 - Diapositive

Landschap in de koude zone: Wat zie je?

Slide 42 - Diapositive

Welke klimaatzone ligt het dichts bij de evenaar?
A
De gematigde zone.
B
De droge zone.
C
De tropische zone.
D
De koude zone.

Slide 43 - Quiz

Weinig neerslag per jaar en er leven weinig mensen en dieren. 
De bomen zijn het hele jaar groen.
De temperatuur is tussen de 35 en 45 graden in de zomer en in de andere seizoenen rond de 25 graden. 
Op de Noordpool, Zuidpool en Groenland. 
Het is er vaak onder nul. 
Er groeien grassen en mossen. 
Hele jaar onder -10 graden. 
Er wonen weinig mensen. 

Slide 44 - Question de remorquage

Nog meer klimaten:

  • Savanne klimaat
  • Steppe klimaat
  • Landklimaat
  • (Gematigd) zeeklimaat

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Vidéo

0

Slide 47 - Vidéo

Landklimaat
  • Ver van zee
  • Koude winters
  • Warme zomer

Slide 48 - Diapositive

Nederlands klimaat
  • Gematigd Zeeklimaat 
  • Koele zomers 
  • Zachte winters
  • Neerslag door het hele jaar
  • Zuidwesten wind

Slide 49 - Diapositive

Klimaatgrafiek
Je kunt een klimaat herkennen aan het landschap dat je ziet zoals je bij de vorige dia's hebt gezien. Dit is niet de enige manier, je kunt het klimaat ook weergeven in een grafiek: De klimaatgrafiek 
  • de gemiddelde temperatuur en gemiddelde neerslag van een plaats in 1 jaar in een grafiek.
  • aan de hand van zo'n grafiek kun je bepalen welk klimaat een plaats  heeft.

Slide 50 - Diapositive

hoeveelheid neerslag per maand in mm
klimaatdiagram ->
Hoe werkt het?
Deze rode lijn geeft altijd de temperatuur  per maand aan.
Rechts staat de temperatuur in graden Celsius
De blauwe staafjes geven de neerslag per maand aan. Elke staafje is een maand van het jaar.

Slide 51 - Diapositive

Welk klimaat is dit als je de grafiek leest?

Slide 52 - Diapositive