Hfd 1


§1.1 De moderne massasamenleving
De Eerste Wereldoorlog
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


§1.1 De moderne massasamenleving
De Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Diapositive

h2 les 1
Leerdoelen
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt enkele belangrijke sociale en culturele veranderingen rond 1900 noemen.


  • Je kunt beschrijven welke ontwikkeling de Europese industrie rond 1900 doormaakte


  • Je kunt uitleggen wat kenmerkend is voor een moderne samenleving


Slide 2 - Diapositive

h2 les 1
Auto, radio en film
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat kenmerkend is voor een moderne samenleving


In de 19e eeuw was de Europese bevolking sterk gegroeid. 

oorzaken:
  • wetenschap (rationalisme, empirisme)
  • landbouwrevolutie (18e eeuw)
  • industrialisatie

gevolg:
  • urbanisatie (ontstaan miljoenensteden)
Mogelijk gemaakt door nieuwe uitvindingen in de transport - stoomtrein, stoomschip, auto's (diesel- en benzinemotor) en vanaf 1903 het vliegtuig.

Slide 3 - Diapositive

h2 les 1
Auto, radio en film
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat kenmerkend is voor een moderne samenleving


Het verplaatsen van mensen en vracht werd eenvoudiger, maar ook het verplaatsen van ideeën werd simpeler.

Naast boeken en kranten nieuwe massamediums - middelen om grote groepen snel te bereiken.
  • radio (1895)
  • film (1896)

Al deze ontwikkelingen leidden tot de moderne massasamenleving.

Slide 4 - Diapositive

h2 les 1
Nieuwe industrieën
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
De industriële revolutie had massaproductie mogelijk gemaakt.

  • Steeds sneller en goedkoper produceren dankzij de lopende band.
  • Steeds meer mensen konden zich luxe artikelen veroorloven.

Nog meer nieuwe uitvindingen:
  • elektriciteit - lampen, elektro motor (stofzuiger, wasmachine)
  • chemische industrie - waspoeder, kunstmest, geneesmiddelen, plastic.

Schaduwzijde - Sommige ontwikkelingen konden gebruikt worden op het slagveld.  En pas rond 1960 beseften wetenschappers dat door al deze ontwikkelingen schadelijke stoffen in het milieu kwamen. Beide met grote gevolgen...
Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven welke ontwikkeling de Europese industrie rond 1900 doormaakte


Slide 5 - Diapositive

h2 les 1
Sociale en culturele veranderingen
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
Ook op sociaal en cultureel gebied was de periode rond 1900 een tijd van verandering.

  • mensen in de stad ervaren meer vrijheid (anoniem)
  • emancipatie vrouwen (kiesrecht, werk)
  • Het steeds makkelijker verspreiden van ideeën zorgt voor snelle opmars nieuwe politieke stromingen.

gevolgen voor geloof:
  • greep kerk op mensen neemt af
  • concurrentie van andere, niet-religieuze, overtuigingen.

Dit zorgt voor ontkerkelijking (vooral na 1950)



Leerdoelen
  • Je kunt enkele belangrijke sociale en culturele veranderingen rond 1900 noemen.


The Charleston is a dance named for the city of Charleston, South Carolina. The rhythm was popularized in mainstream dance music in the United States by a 1923 tune called "The Charleston" by composer/pianist James P. Johnson which originated in the Broadway show Runnin' Wild, and became one of the most popular hits of the decade. Runnin' Wild ran from 29 October 1923 through 28 June 1924.

Slide 6 - Diapositive

h2 les 1
Sociale en culturele veranderingen
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
Ten slotte waren er rond 1900 belangrijke veranderingen in de kunst. 

Fotografie en film maken het voor kunstenaars minder interessant om de werkelijkheid weer te geven.

Nieuwe manieren om zich uit te drukken. Gevoel en beweging werden belangrijker in de kunst. Zo ontstond de abstracte kunst.  
Leerdoelen
  • Je kunt enkele belangrijke sociale en culturele veranderingen rond 1900 noemen.


Mont Sainte-Victoire (Cézanne) 1904-1906
Sterrennacht boven de Rhône (van Gogh) 1888
Portret van Michael Matjoesjin (Malevitsj) 1913

Slide 7 - Diapositive

h2 les 1
De Eerste Wereldoorlog
1
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
2 - Spanningen in Europa

Slide 8 - Diapositive

h2 les 1
Terugblik
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950

Slide 9 - Diapositive

h2 les 1
Terugblik
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950

Slide 10 - Diapositive

h2 les 1
Terugblik
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950

Slide 11 - Diapositive

h2 les 1
Terugblik
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
a Bedenk of Taylor het eens was met de invoering van de lopende band in veel bedrijven. Leg je antwoord uit.

  • Ja, hij was het daar vermoedelijk mee eens. Hij vond dat traditionele werkmethoden traag en inefficiënt waren. Arbeiders maakten allerlei onnodige bewegingen. Dat leidde tot tijdverspilling. In plaats daarvan wilde hij ‘wetenschappelijke’ werkmethoden. Dat is precies wat een lopende band doet: die dwingt arbeiders om in korte tijd één voorgeschreven handeling te verrichten, om zo geen overbodige handelingen te verrichten / de efficiëntie te verhogen / tijdverspilling tegen te gaan.

Slide 12 - Diapositive

h2 les 1
Terugblik
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
Als je een besluit neemt, ga je ervan uit dat dit een bepaald gevolg heeft. We noemen dat een ‘bedoeld gevolg’. Maar soms gebeurt er ook iets wat je niet had voorzien en ook niet had gewild. Dat is een ‘onbedoeld gevolg’.

b Welk bedoeld gevolg had de invoering van ‘wetenschappelijk management’ volgens Taylor?
  • Minder tijdverspilling bij de productie, en daardoor hogere productie (en dus meer winst voor bedrijven).

Slide 13 - Diapositive

h2 les 1
Terugblik
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
cNoem een gevolg van de invoering van de lopende band voor arbeiders.
  • Hun werk wordt veel eentoniger. Of: zij moeten veel harder werken.

d Zou je milieuvervuiling een onbedoeld gevolg van de invoering van de lopende band kunnen noemen? Leg je antwoord uit.
  • Ja. Door de lopende band daalden de prijzen van artikelen en konden mensen meer kopen. De welvaart nam toe. Maar daardoor nam ook de milieuvervuiling toe. Mensen gingen bijvoorbeeld meer auto’s kopen en apparaten die stroom verbruikten. Pas rond 1960 gingen wetenschappers beseffen dat dit schadelijke effecten had voor het milieu. Dit was dus onvoorzien.

Slide 14 - Diapositive

h2 les 1
Leerdoelen
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt een beschrijving geven van de machtsverhoudingen in Europa rond 1900.
  • Je kunt een verband leggen tussen het nationalisme en de situatie op de Balkan rond 1900.
  • Je kunt uitleggen waarom er een systeem van bondgenootschappen in Europa was.

Slide 15 - Diapositive

h2 les 1
Europese grootmachten
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt een beschrijving geven van de machtsverhoudingen in Europa rond 1900.
Aan het einde van de 19e eeuw nemen de spanningen tussen de Europese landen toe. Dat had drie oorzaken.

  1. Nationalisme - groei landen zorgde voor trots gevoel. Voelden zich beter dan andere landen. Leidde tot concurrentie en zorgde voor spanningen.
  2. Modern imperialisme - koloniën zorgden voor aanzien, grondstoffen en afzetmarkten. Conflicten over koloniën.
  3. Opkomst Duitsland - Duitsland wordt steeds meer een eenheid onder leiding van Pruisen, Duitsland wint oorlog van Frankrijk (1870-1871) over Elzas-Lotharingen (belangrijk industriegebied. Frankrijk boos.

Op 18 januari 1871 vond de Reichsgründung (de oprichting van het keizerrijk) plaats: in de Spiegelzaal van het Kasteel van Versailles werd Wilhelm I van Pruisen door de Duitse vorsten tot Duits keizer uitgeroepen.

Slide 16 - Diapositive

h2 les 1
Europese grootmachten
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt een beschrijving geven van de machtsverhoudingen in Europa rond 1900.

Slide 17 - Diapositive

h2 les 1
Europese grootmachten
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt een beschrijving geven van de machtsverhoudingen in Europa rond 1900.

Slide 18 - Diapositive

h2 les 1
Europese grootmachten
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt een beschrijving geven van de machtsverhoudingen in Europa rond 1900.
Ook tussen Duitsland en Groot-Brittannië liepen de spanningen op.

Duitsland wil óók een koloniaal rijk (had het nog niet).

Vanaf 1890 eiste de Duitse keizer Wilhelm II daarom gebieden in Afrika en Azië op. 

Om dat te realiseren was een sterke vloot nodig. Wilhelm gaf opdracht deze te bouwen.

GB op dat moment machtigste vloot en ziet Duitsland als concurrent -> breidt in reactie ook vloot uit.

Gevolg: Wapenwedloop!
(men geloofde in eigen leger, en een oorlog werd gezien als prima manier om onenigheden op te lossen.)

Slide 19 - Diapositive

h2 les 1
De Balkan
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt een verband leggen tussen het nationalisme en de situatie op de Balkan rond 1900.
Vooral in Zuidoost-Europa (op de Balkan) ontstonden rond 1900 grote spanningen. 

Oorzaak - groeiend nationalisme en verzwakking Ottomaanse Rijk.

Ottomaanse Rijk verliest grip op Rijk. Steeds meer volkeren willen eigen onafhankelijke staat en komen in opstand.

Twee andere grote landen, Rusland en Oostenrijk-Hongarije, wilden profiteren van zwakte Ottomanen.
Soldaten uit Oostenrijk-Hongarije bewaken in 1909 de grens van Bosnië met buurland Montenegro. Bosnië behoorde eeuwenlang tot het Ottomaanse Rijk, maar werd in 1908 ingepikt door Oostenrijk-Hongarije.

Slide 20 - Diapositive

h2 les 1
De Balkan
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt een verband leggen tussen het nationalisme en de situatie op de Balkan rond 1900.
Rusland steunde de Serviërs en andere volken in hun onafhankelijkheidsstrijd. 

Doel - Invloed in Balkan vergroten.

Oostenrijk-Hongarije heeft hetzelfde doel en lijfde in 1908 het Balkanstaatje Bosnië in.

Servië was hierom woedend. Zij vonden dat Bosnië bij Servië hoorde (in Bosnië woonde veel Serviërs)

De inname van Bosnië vergrootte de spanning tussen Oostenrijk-Hongarije aan de ene kant en Servië en Rusland aan de andere kant.

Slide 21 - Diapositive

h2 les 1
Bondgenootschappen
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt uitleggen waarom er een systeem van bondgenootschappen in Europa was.
Door alle spanningen kwam een oorlog dichterbij. Veel landen wilden zich beschermen tegen een mogelijke oorlog en sloten bondgenootschappen.

1882 - Duitsland en Oostenrijk-Hongarije spreken af elkaar te steunen in een mogelijke oorlog.

Andere landen zien dit als bedreiging en doen hetzelfde.

1904 - Bondgenootschap van Frankrijk en Groot-Brittannië. In 1907 sluit Rusland zich hierbij aan.

Europa nu verdeeld in vijandige kampen. Gevaarlijke situatie. Als één van de landen werd aangevallen, zou er direct een grote oorlog ontstaan, met hele grote gevolgen. Dat zouden ze toch niet doen?
In 1904 sloten Groot-Brittannië en Frankrijk een bondgenootschap, de Entente Cordiale (letterlijk: ‘hartelijke verstandhouding’). In 1908 werd dit bondgenootschap gevierd met een grote Frans-Britse tentoonstelling in Londen. Ter gelegenheid daarvan verscheen deze prentbriefkaart. De tekst luidt in vertaling: ‘Frans-Britse tentoonstelling, Londen: ‘eenheid’.’

Slide 22 - Diapositive

h2 les 1
De Eerste Wereldoorlog
1
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
3 - De Eerste Wereldoorlog

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

h2 les 1
Leerdoelen
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt uitleggen hoe de Eerste Wereldoorlog begon en daarbij onderscheid maken tussen directe en indirecte oorzaken.
  • Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.
  • Je kunt uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Europa had. 

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

h2 les 1
Het begin van de oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt uitleggen hoe de Eerste Wereldoorlog begon en daarbij onderscheid maken tussen directe en indirecte oorzaken.
Door verschillende oorzaken was in 1914 een gespannen sfeer ontstaan. In deze situatie was één kleine gebeurtenis voldoende om een hele reeks van grote gebeurtenissen in gang te zetten.

Directe aanleiding WOI
  • Moord op kroonprins Oostenrijk-Hongarije (1914)
Wraak van Bosnische Serviër op inname Bosnië

Gevolg
Oostenrijk-Hongarije geeft Servië de schuld en verklaard Servië de oorlog. 

Bondgenootschappen treden in werking. Duitsland steunt Oostenrijk-Hongarije, Rusland steunt Servië.

Slide 27 - Diapositive

h2 les 1
Het begin van de oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt uitleggen hoe de Eerste Wereldoorlog begon en daarbij onderscheid maken tussen directe en indirecte oorzaken.
Door het systeem van bondgenootschappen raakten steeds meer landen betrokken bij de oorlog.

Twee groepen
Centralen - Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Ottomaanse rijk e.a.)
Geallieerden - Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland

Conflict groeit uit tot de Eerste Wereldoorlog. Gevechten in:
  • Europa
  • Afrika
  • Midden-Oosten

Nederland vecht niet mee - neutraal

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Diapositive

h2 les 1
Een uitputtende oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.
In 1914 gingen soldaten en burgers ervan uit dat de oorlog snel voorbij zou zijn. Maar dat gebeurde niet.

De moderne tijd had ook de manier van oorlog voeren veranderd. 

Om zich te beschermen tegen de nieuwe, krachtige wapens, groeven soldaten zich in - loopgraven.


Slide 31 - Diapositive

h2 les 1
Een uitputtende oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.
De oorlog werd een uitputtingsslag. De vechtende partijen boekten bijna geen terreinwinst. Ondertussen was het leven in de loopgraven verschrikkelijk.

Slide 32 - Diapositive

h2 les 1
Een uitputtende oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.
Lange tijd bleven generaals aan beide kanten geloven in massale aanvallen, waarbij vaak vele duizenden doden vielen.

In 1917 trok het uitgeputte Rusland zich terug uit het geallieerde bondgenootschap.

Toch wonnen de geallieerden uiteindelijk de oorlog. De Verenigde Staten zouden zich vanaf 1917 mengen in de oorlog. Dit bleek doorslaggevend te zijn.

In Duitsland ontstond langzamerhand een tekort aan wapens, munitie en voedsel.

Er ontstonden opstanden en de keizer moest aftreden, Op 11 november 1918 gaf Duitsland de strijd op.
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 33 - Diapositive

h2 les 1
Een uitputtende oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.
Daarmee kwam er een einde aan de eerste totale oorlog uit de geschiedenis.

  • De totale economieën van de oorlogvoerende landen hadden in dienst gestaan van het produceren van wapens.
  • Vrouwen namen het werk van mannen over in de fabrieken.
  • Ook hadden regeringen geprobeerd op grote schaal hun burgers te beïnvloeden door middel van propaganda. Via de nieuwe massamedia werden burgers aangemoedigd de oorlog te steunen.

Uiteindelijk zouden er als gevolg van de Eerste Wereldoorlog zo'n 20 miljoen mensen sterven.

Slide 34 - Diapositive

h2 les 1
Gevolgen van de oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Europa had. 
De wapenstilstand bracht niet onmiddellijk vrede.

Opstanden in Duitsland
Burgeroorlog in Rusland
Oorlog tussen Griekenland en Ottomaanse rijk

Ondertussen probeerden de overwinnaars vredesregelingen te treffen. De bekendste daarvan is de vredesregeling met Duitsland: het Verdrag van Versailles uit 1919.

Belangrijkste punten
- Duitsland hoofdschuldig aan oorlog
- Duitsland moet schadevergoedingen betalen (153m mark)
- Duitsland raakt grondgebied kwijt
- Duitsland mag geen groot leger meer hebben.

Slide 35 - Diapositive

h2 les 1
Gevolgen van de oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Europa had. 
De wapenstilstand bracht niet onmiddellijk vrede.

Opstanden in Duitsland
Burgeroorlog in Rusland
Oorlog tussen Griekenland en Ottomaanse rijk

Ondertussen probeerden de overwinnaars vredesregelingen te treffen. De bekendste daarvan is de vredesregeling met Duitsland: het Verdrag van Versailles uit 1919.

Belangrijkste punten
- Duitsland hoofdschuldig aan oorlog
- Duitsland moet schadevergoedingen betalen (153m mark)
- Duitsland raakt grondgebied kwijt
- Duitsland mag geen groot leger meer hebben.

Slide 36 - Diapositive

h2 les 1
Gevolgen van de oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Europa had. 
Het Verdrag van Versailles is een grote vernedering voor Duitsland. Het was geen vredesverdrag maar een straf. Duitsland lag aan de ketting. 

Hoe kon dat ooit goed gaan...


Ook Oostenrijk-Hongarije moest boeten. Het hield zelfs op te bestaan en viel uiteen in verschillende landen.

Van het Ottomaanse rijk bleef ook niet veel over. Alleen het huidige Turkije.

Slide 37 - Diapositive

Tradities
Elke cultuur heeft eigen tradities.
Een traditie = een gewoonte die al lang bestaat.
Tradities kunnen ervoor zorgen dat mensen zich met elkaar verbonden voelen. Het vieren van Sinterklaas is een traditie in de Nederlandse cultuur.

Slide 38 - Diapositive