2.2 Aardbevingen

2.2 Aardbevingen
H2 Endogene en exogene processen
Domein Aarde
5H
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.2 Aardbevingen
H2 Endogene en exogene processen
Domein Aarde
5H

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
  • Je begrijpt hoe aardbevingen ontstaan
  • Je kent meerdere gevolgen van aardbevingen
  • Je begrijpt hoe we de schade van aardbevingen kunnen beperken

Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Waar ontstaan aardbevingen?

Slide 5 - Question ouverte

Waardoor ontstaan aardbevingen?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Ontstaan aardbevingen
Langs elkaar schuren van platen:
  • transform
  • convergent - subductie


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Aardbevingen
Hoe dieper het hypocentrum, hoe minder er gevoeld wordt bij het epicentrum. 

Verwoestend door de trillingen, maar ook door de gevolgen als tsunami's (zeebeving)
Vrijdag 08-09-2017

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Gevolgen
  • Aardbeving: aardverschuiving
  • Zeebeving: tsunami

Slide 15 - Diapositive

Schaal van Richter
De schaal van Richter meet de kracht van een aardbeving.

 

De schaal werkt met sprongen van x 10

Slide 16 - Diapositive

Schaal van Mercalli

De schaal van Mercalli meet de aangerichte schade op een plek

Slide 17 - Diapositive

Waar aardbeving voorkomen zijn ook altijd vulkanen
A
Juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Wat geeft de schaal van Mercalli aan?
A
De kracht van een aardbeving
B
De schade die een aardbeving veroorzaakt
C
Hoe lang de aardbeving duurt
D
De diepte van een aardbeving

Slide 19 - Quiz

Wie kunnen een aardbeving voorspellen?
A
Seismoloog
B
Seismograaf
C
metereoloog
D
Klimatoloog

Slide 20 - Quiz

De plek aan het aardoppervlak recht boven de aardbeving noemen we?
A
De aardkorst
B
Het epicentrum
C
Een aardbeving
D
Een tsunami

Slide 21 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Een aardbeving is het gevolg van een tsunami
B
Een tsunami is het gevolg van een aardbeving
C
Een aardbeving en tsunami gebeuren tegelijkertijd
D
Een aardbeving en tsunami hebben niks met elkaar te maken

Slide 22 - Quiz

Lesdoel
  • Je begrijpt hoe aardbevingen ontstaan
  • Je kent meerdere gevolgen van aardbevingen
  • Je begrijpt hoe we de schade van aardbevingen kunnen beperken

Slide 23 - Diapositive