Persoonsvorm en onderwerp 1F

Nederlands
Persoonsvorm
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands
Persoonsvorm

Slide 1 - Diapositive

persoonsvorm
De persoonsvorm is de belangrijkste werkwoord in een zin. In elke zin staat een persoonsvorm.
De persoonsvorm is een werkwoord dat zich aanpast aan het onderwerp van de zin.

Slide 2 - Diapositive

Hoe werkt het?
Thijs rent langs het strand.

Slide 3 - Diapositive

Onderwerp is meervoud, dan persoonsvorm ook
De mensen rennen naar de eindstreep.

Slide 4 - Diapositive

Is het onderwerp een eerste persoon (ik) dan past de persoonsvorm zich aan.
Ik draag een witte blouse

Slide 5 - Diapositive

Is het onderwerp een (derde) persoon, dan past de persoonsvorm zich ook aan.
Mathieu draagt geen witte blouse

Slide 6 - Diapositive

De persoonsvorm laat ook zien in welke tijd de zin staat
Mijn oma zag er vroeger normaal uit

Slide 7 - Diapositive

Tegenwoordig draagt mijn oma vreemde hoofddeksels

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Controle
Is het tot nu toe allemaal begrijpelijk?

Slide 10 - Diapositive

Zelfstandig werken
Zelfstandig werken in je boek

Slide 11 - Diapositive

Evaluatie
Wat hebben we gedaan?
Wat hebben we geleerd?
Is het lesdoel behaald?
Wat kunnen we hiermee?
Wat was mijn inbreng?

Slide 12 - Diapositive