Over taal herhaling 1-3 2mb

Vragen Over Taal
2mb

Lezen! 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Vragen Over Taal
2mb

Lezen! 

Slide 1 - Diapositive

Is het woord 'papiertje' een samenstelling of een afleiding?
Mees
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 2 - Quiz

Bedenk een samenstelling en een afleiding met het woord 'auto'.
Hannah

Slide 3 - Question ouverte

Wat is een homofoon?

Mohamed en Anil

Slide 4 - Question ouverte

'Mijn oma is kleiner als mijn opa.'
Dit is een...

Laith
A
samenstelling
B
voorvoegsel
C
tweelingfout
D
woordraadstrategie

Slide 5 - Quiz

Wat is het verschil tussen letterlijk en figuurlijk? Geef ook een voorbeeld.

Anissa

Slide 6 - Question ouverte

Welk woord is een homofoon?

Noa
A
licht
B
pad
C
gerecht

Slide 7 - Quiz

Leg uit wat beeldspraak is.

Niels en Gijs

Slide 8 - Question ouverte

Maak een samenstelling met het woord 'fiets'.

Youri

Slide 9 - Question ouverte

Noem één van de zeven woordraadstrategieën.

Kevin

Slide 10 - Question ouverte

Ray is te laat ... hij een lekke band had.

Stefan
A
doordat
B
omdat

Slide 11 - Quiz

'hetzelfde' is een synoniem voor...
A
verkrijgen
B
vooralsnog
C
gemeen
D
mentaal

Slide 12 - Quiz

'Mag ik er misschien even langs?'
Deze zin bevat...
A
stopwoorden
B
opvulwoorden

Slide 13 - Quiz

'Mag ik er misschien even langs?'
Deze opvulwoorden zijn...
A
versterkend
B
verzachtend

Slide 14 - Quiz

Wollig taalgebruik betekent dat het overbodig is.

Storend taalgebruik zijn stopwoorden.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

'Ik kom uut dat durrep.'
Dit is...

Mees
A
standaardtaal
B
dialect
C
regiolect
D
groepstaal

Slide 16 - Quiz

Bedenk een zin met wollig (overbodig) taalgebruik.

Hannah

Slide 17 - Question ouverte

Maak een afleiding met het woord 'vogel'.

Mohamed

Slide 18 - Question ouverte

Ik mag pas naar buiten als ik ... huiswerk af heb.
A
m'n
B
mijn
C
me
D
men

Slide 19 - Quiz

Wat betekent het woord 'schichtig'?
A
angstig
B
zelfverzekerd
C
zuur
D
verschillend

Slide 20 - Quiz

Wat betekent het woord 'aanzienlijk'?
A
beter
B
minder
C
heel erg
D
jammer

Slide 21 - Quiz

Wat betekent het woord 'gelaat'?
A
laat maar zitten
B
dat je te laat bent
C
hoofd
D
gezicht

Slide 22 - Quiz

Oefenen wat je lastig vindt
SOM > Leermiddelen > Op Niveau Online 
Bijspijkeren
Over taal 
Blok 1, 2, 3

Slide 23 - Diapositive