BS 2 Piramiden MAX

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

BS 2 Piramiden

Leerdoelen

* Je kunt omschrijven wat piramiden van aantallen en van biomassa 

   weergeven.

* Je kunt beschrijven op welke manieren energie uit de voedselketen 

   verdwijnt

Piramiden

In de biologie kennen we 2 piramiden:

- Piramide van aantallen

- Piramide van biomassa

Je moet ze goed uit elkaar kunnen houden!

In een piramide staat een voedselketen van onder naar boven

Piramide van aantallen

In een voedselketen wordt het aantal organismen meestal in elke volgende schakel kleiner. 

In een piramide van aantallen wordt weergegeven hoeveel organismen in elke schakel voorkomen.

Meestal is het aantal producenten het grootst. Dan komt het aantal planteneters, dan het aantal dieren dat de planteneters eet, en ga zo maar door. 

Als je daar een afbeelding van maakt, krijgt deze de vorm van een piramide.

Dit is niet altijd zo. In een bos is het aantal bomen kleiner dan het aantal planteneters (slakken, rupsen, kevers). In de daaropvolgende schakels loop het aantal wel weer af.

Piramide van  aantallen

Piramide van aantallen

Piramide van aantallen

Piramide van biomassa

De piramide van biomassa gaat over de totale hoeveelheid (energierijke) organische stoffen per schakel.

In de eerste schakel, de planten, zitten altijd de meeste organische stoffen.

Doordat planten zelf stoffen verbranden en planten dood gaan verdwijnt een gedeelte van de organische stoffen, waardoor er minder overblijft voor de volgende schakel.

Deze heeft altijd de vorm van een piramide.

Piramide van biomassa

piramide van biomassa

Biomassa

(altijd de vorm van een piramide)

Energie(verlies) in de voedselketen

Zoals je in de piramide van biomassa hebt gezien, neemt de hoeveelheid organische stoffen elke schakel af. 

Dat betekent dat er ook minder energierijke stoffen  overblijven voor de volgende schakel.

Je ziet dat goed in de afbeelding

De energierijke stoffen die de consumenten in het lichaam opnemen, worden gebruikt als brandstof en bouwstof. 

Dieren gebruiken maar een deel van de stoffen als bouwstof. 

 Een dier moet dus voor elke kilogram dat het groeit heel veel kilo voedsel eten.  

Niet alles dat het dier eet, wordt omgezet in biomassa. 

Het grootste deel wordt verbrand of uitgescheiden. 

Daarom blijft er voor de volgende schakel minder biomassa over.