Domein g

Enquete
www.jouwmening.nu
Inlogcode: XKWJSUDL

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Enquete
www.jouwmening.nu
Inlogcode: XKWJSUDL

Slide 1 - Diapositive

Lesopbouw
1. herhaling theorie domein g
Samen oefenen
2. oefenopgaves maken

Slide 2 - Diapositive

Examentraining
Domein G

Slide 3 - Diapositive

Risico en informatie

Slide 4 - Diapositive

Wel of geen verzekering?
  • Hoe denkt de verzekerde / verzekeringsnemer over:
  • Risicoaversie: vermijden van risico
  • Risicospreiding: niet voor iedereen is het risico even groot
  • Solidariteit: mensen met weinig risico zijn bereid om te betalen voor mensen met een hoog risico
  • Afweging van kosten en risico 

Slide 5 - Diapositive

Eigen risico
Bij sommige verzekeringen moet je zelf een deel van de schade betalen. Dit noem je eigen risico.

Met een eigen risico betaal je minder premie dan bij een verzekering zonder eigen risico.

Slide 6 - Diapositive

Premie berekenen
Risico = kans op schade x de gemiddelde hoogte van de schade 

Premie = Risico + winst/kostenoplag


Slide 7 - Diapositive

voorbeeld premie berekenen
Aantal verzekeringsnemers: 150.000
kans op schade: 1 op 100
verwachte schade per gebeurtenis: €3000

Bereken de premie die moet worden gevraagd door de verzekeringsmaatschappij om 500.000 euro winst te draaien.
Oplossing
150.000 mensen verzekeren zich. De kans op schade is 1 op 100. Dus bij 1500 mensen zal er schade ontstaan. De schade is dan 3000 euro. De verzekeringsmaatschappij moet er dan rekening mee houden dat ze 1500 x 3000 = 4.500.000 euro moeten uitkeren. Ze willen ook 500.000 euro winst maken. Dus in totaal moeten ze 5 miljoen euro ophalen. 5.000.000 : 150.000 = 33,33 euro per verzekerde aan premie per jaar

Slide 8 - Diapositive

Particuliere verzekeringen

Slide 9 - Diapositive

Collectieve verzekeringen

Slide 10 - Diapositive

Asymmetrische informatie
  • De ene persoon heeft meer informatie dan de andere persoon.
  • Bij verzekeren: Je weet dat je 4 gaatjes heb in je kiezen en je sluit snel een tandartsverzekering af voordat je ze laat vullen bij de tandarts. Verzekeringsonderneming weet niet dat je de 4 gaatjes hebt en schat je risico op gemiddeld in terwijl ze dus uiteindelijk veel kosten aan je hebben. 

Slide 11 - Diapositive

Averechste selectie
  • De goede risico's vinden de premie te hoog worden en stoppen met de verzekering.
  • Wat is het gevolg voor de premie?
  • De premie gaat nog verder omhoog, want minder mensen die alleen premie betalen en geen schade claimen. 
  • Wat is het gevolg?
  • Steeds meer mensen vinden de premie niet meer opwegen te het risico en gaan ook weg. 

Slide 12 - Diapositive

Averechtse selectie

Slide 13 - Diapositive

Moral hazard
In het Nederlands: moreel wangedrag

Wanneer mensen zich roekelozer gaan gedragen omdat ze toch wel verzekerd zijn en niet zelf hoeven op te draaien voor de schade. 

Slide 14 - Diapositive

Moral hazard

Slide 15 - Diapositive

Averechtse selectie/Moreel wangedrag bestrijden
Optie 1: 
  • Premiedifferentiatie toepassen. 
  • Verschillende groepen krijgen verschillende premies. 
  • Bepalen door bijvoorbeeld: vragenlijsten, woonplaats, leeftijd, aantal schades in het verleden. 
  • Doel: slechte risico's betalen een hogere premie en goede risico's betalen een lagere premie. 

Slide 16 - Diapositive

Averechtse selectie/Moreel wangedrag bestrijden
Optie 2: 
  • Vrijwillig eigen risico toepassen
  • Eigen risico: Dan moet je het eerste deel van een schade zelf betalen
  • Goede risico's zullen een hoog eigen risico instellen in ruil voor lagere premie. 

Slide 17 - Diapositive

Averechtse selectie bestrijden
Optie 3: 
  • De overheid stelt de verzekering verplicht.
  • Welke 2 particuliere verzekeringen zijn verplicht?
  1. Zorgverzekering
  2. WA verzekering motorvoertuigen

Slide 18 - Diapositive

Principaal - agentrelatie

Slide 19 - Diapositive

principaal-agentprobleem
principaal huurt agent in om taak uit te voeren, maar agent heeft geen belang om de taak zo uit te voeren hoe principaal het bedoelt.
 
  •  tegengestelde belangen, principaal wilt iets, maar dit is niet in eigen belang van agent
  • asymmetrische informatie 
directeur - docent 

Slide 20 - Diapositive

Beleggen:
    in effecten ("beursverhandelbare beleggingen"):

    1. aandelen
    2. obligaties van bedrijven
    3. obligaties van overheden


     
           

    Slide 21 - Diapositive

    Rendement

    Slide 22 - Diapositive

    beleggingsopbrengsten
    rendement = dividend + koersstijging!!
    risicovoller = meer rendement

    Wat is effect van hoger wordende rente?

    Slide 23 - Diapositive

    Oefenen
    a. Wat is het rendement als je een aandeel koopt van 25 euro en je verkoopt hem voor 30 euro?
    b. Wat is het rendement als je 1000 euro 2 jaar op een spaarrekening met 3,5% samengestelde interest zet?
    c. Als je een rendement van 4% behaalt en je koopt een obligatie van 1000, wat is dan je investeringsopbrengst?
    d. Als je een rendement van 2% behaalt en je investeringsopbrengst is 250 euro. Wat is dan je investering?

    Slide 24 - Diapositive

    Opgave maken
    Uitvaartverzekering

    Slide 25 - Diapositive