7.5 Voedselketens

Nectar H7 Soorten en populaties
Deze les: 
- Herhaling §7.1 t/m §7.4
- §7.5 Voedselketens
- Test je kennis!

Huiswerk: 
- Opdracht 51 t/m 61 van §7.5
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Nectar H7 Soorten en populaties
Deze les: 
- Herhaling §7.1 t/m §7.4
- §7.5 Voedselketens
- Test je kennis!

Huiswerk: 
- Opdracht 51 t/m 61 van §7.5

Slide 1 - Diapositive

De Coloradokever leeft onder andere op de Aardappel (Solanum tuberosum L.), op de Tomaat (Solanum lycopersum L.) en op Bitterzoet (Solanum dulcamara L.).
Behoren deze planten tot hetzelfde genus (geslacht)? En tot dezelfde soort?
A
alleen tot hetzelfde genus
B
alleen tot dezelfde soort
C
zowel tot hetzelfde genus en tot dezelfde soort

Slide 2 - Quiz

De larve van de nachtvlinder heeft een groot aantal bacteriën in zijn verteringskanaal. Deze bacteriën spelen een belangrijke rol bij de vertering van het voedsel van de larven
Met welke biologische term wordt de relatie tussen de larve en de bacteriën aangeduid?
A
Mutualisme
B
Commensalisme
C
Parasitisme

Slide 3 - Quiz

1: alle abiotische factoren in een bepaald heidegebied.
2: alle dieren die in Nederland leven, in samenhang met de plantengroei.
3: alle eekhoorns in een loofbos, in samenhang met de bomen.
4: alle organismen die in een bepaald meertje leven, in samenhang met de abiotische factoren.

Welke bewering gaat over een ecosysteem?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quiz

Opdracht 47
a. Welke populatie is de predatorpopulatie?

b. Licht toe of de predator voedselspecialist is.

Slide 5 - Diapositive

§7.5 Voedselketens
  1. Je legt het verschil uit tussen autotrofe en heterotrofe organismen. 
  2. Je legt het verschil uit tussen een voedselketen en een voedselweb. 
  3. Je herkent de trofische niveaus in een voedselweb. 
  4. Je beschrijft de stroom van energie en organische stoffen door de verschillende trofische niveaus in een voedselweb. 

Slide 6 - Diapositive

Eten en gegeten worden... 

Slide 7 - Diapositive

3 Groepen eters

  • Planteneters (herbivoren) eten plantaardig voedsel.

  • Vleeseters (carnivoren) eten dierlijk voedsel.

  • Alleseters (omnivoren)eten plantaardig en dierlijk voedsel.

Slide 8 - Diapositive

Producenten: basis van een ecosysteem
Producenten: basis van een ecosysteem

Slide 9 - Diapositive

Voedselketen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Voedselweb
Koolmees is een zwakke schakel. 
Afhankelijk van één voedselbron.
Kikker heeft sterke positie.
Veel keus in prooidieren.
Buizerd en vos zijn de toppredatoren.
Zij worden niet door anderen gegeten.
Welk gevolg heeft het voor de sprinkhaan als het lievenheersbeest een slecht jaar heeft en weinig nakomelingen krijgt? 

Slide 13 - Diapositive

Voedselweb
Alle voedselrelaties in een ecosysteem, begin met producent.

Alle soorten apart vermelden

Geen verzamelnamen, tenzij je niet anders kan. 

Werk: van beneden naar boven.


Slide 14 - Diapositive

Wat ga je doen?
Lees 7.5 aandachtig door, pak BINAS tabel 93E1 erbij en beantwoord de volgende vragen: 
  1. Wat zijn de producenten? Hoe noem je deze organismen ook?
  2. Noem een voorbeeld van een herbivoor
  3. Noem een voorbeeld van een heterotroof organisme
  4. Geef een voorbeeld van een voedselketen 
  5. Noem een consument van de 1e, 2e, 3e en 4e orde

Slide 15 - Diapositive

Zet de volgende organismen in de juiste volgorde om een voedselketen te vormen.
-->

Slide 16 - Question de remorquage

Een boom is een voorbeeld van een autotroof organisme, omdat..
A
Hij zuurstof maakt
B
Hij zichzelf voedt
C
Hij CO2 maakt
D
Hij anderen voedt

Slide 17 - Quiz

De basis van dit voedselweb staan:
A
opgeloste voedingsstoffen
B
zee-eenden
C
algen
D
bacteriën

Slide 18 - Quiz

Wie staan er aan de top van dit voedselweb?
A
opgelost organisch materiaal
B
krabben
C
organisch materiaal in sediment
D
bruinvissen

Slide 19 - Quiz

In welke richting teken je de pijl in een voedselketen?
A
Naar de prooi
B
Naar de predator

Slide 20 - Quiz

T3
kringloop
voedselketen
voedselweb

Slide 21 - Question de remorquage

§7.5 Voedselketens
  1. Je legt het verschil uit tussen autotrofe en heterotrofe organismen. 
  2. Je legt het verschil uit tussen een voedselketen en een voedselweb. 
  3. Je herkent de trofische niveaus in een voedselweb. 
  4. Je beschrijft de stroom van energie en organische stoffen door de verschillende trofische niveaus in een voedselweb. 

Slide 22 - Diapositive

Nectar H7 Soorten en populaties
Deze les: 
- Herhaling §7.1 t/m §7.4
- §7.5 Voedselketens
- Test je kennis!

Huiswerk: 
- Opdracht 51 t/m 61 van §7.5

Slide 23 - Diapositive