m4 - signaalwoorden en tekstverbanden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Vandaag leer je:

- signaalwoorden en  tekstverbanden te benoemen en voorbeelden hiervan te geven;

- het verschil tussen een oorzaak en een reden;

-signaalwoorden bij het juiste tekstverband te plaatsen;

- tekstverbanden in een tekst te herkennen;

- zelf teksten schrijven met signaalwoorden. 

Welke tekstverbanden ken je?

Wat is géén functie van signaalwoorden
in een tekst?

1. Signaalwoorden helpen de lezer.
2. Signaalwoorden geven de kern van de tekst weer.
3. Signaalwoorden zorgen voor samenhang.
4. Signaalwoorden geven het onderwerp aan in een tekst.

Van welk verband is sprake in deze zin:
Om een voldoende te halen, moet je veel oefenen.

1. voorbeeld
2. middel-doel
3. voorwaarde
4. conclusie

Van welk verband is sprake in deze zin: De straat is nat, doordat het heeft geregend.

1. opsomming
2. tegenstelling
3. reden
4. oorzaak-gevolg

Wat is het verschil tussen een
'oorzaak' en een 'reden'?

Van welk verband is sprake in deze zin:
Veel scholieren slaan het ontbijt over, omdat het te veel tijd kost.

1. opsomming
2. tegenstelling
3. reden
4. oorzaak-gevolg

Wat zijn signaalwoorden van conclusie?

1. ten eerste, bovendien
2. dus, kortom
3. maar, echter
4. zoals, zo

Tekstverbanden en signaalwoorden

oorzaak-gevolg

middel-doel

reden

tegen-stelling

voorbeeld

doordat

want

Zo

waarmee

namelijk

echter

zodat

om te...

bijvoorbeeld

Zelf teksten schrijven

Schrijf een korte tekst met als onderwerp: 

Gebruik daarin signaalwoorden om
dit tekstverband duidelijk te maken: 

Lees de tekst van een klasgenoot

- Welke tekstverband(en) herken je? 

- Welke signaalwoorden zijn daarvoor gebruikt?

- Kan de tekst nog duidelijker worden door signaalwoorden toe te voegen?

Schrijf samen één tekst, waarin beide tekstverbanden van jullie terugkomen. Probeer deze tekstverbanden zo vaak mogelijk terug te laten komen. Voeg ook één nieuw tekstverband aan jullie tekst toe. 

Vandaag heb je geleerd:

- signaalwoorden en  tekstverbanden te benoemen en voorbeelden hiervan te geven;

- het verschil tussen een oorzaak en een reden te herkennen;

-signaalwoorden bij het juiste tekstverband te plaatsen;

- tekstverbanden in een tekst te herkennen;

- zelf teksten te schrijven met signaalwoorden.

Signaalwoorden geven verbanden aan tussen ....

1. teksten
2. woorden
3. woorden, zinnen
4. woorden, zinnen, alinea's

Maar, toch, hoewel, daarentegen: deze signaalwoorden geven het volgende verband aan:

1. reden
2. opsomming
3. dit zijn geen signaalwoorden
4. tegenstelling

Van welk verband is sprake in deze zin:
Als iedereen gevaccineerd is, zal het festival volgend jaar weer doorgaan.

1. voorbeeld
2. middel-doel
3. voorwaarde
4. conclusie

conclusie

reden

oorzaak

kortom

dus

concluderend

namelijk

want

omdat

doordat

daardoor

als gevolg van

Ik heb de lesdoelen behaald.

😒🙁😐🙂😃

Maken - h2 Lezen

Opdr. 1, 2 en 4

Kwartet spelen

10 minuten! Zie regels op het bord.