m4 - leesvaardig blok 2 - signaalwoorden en tekstverbanden

Vandaag
Uitleg over tekstverbanden & signaalwoorden

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
Uitleg over tekstverbanden & signaalwoorden

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Ik kan minimaal 3 tekst verbanden opnoemen en daarvan twee signaalwoorden benoemen. (Opsomming, tegenstelling, reden, voorbeeld, oorzaak-gevolg, middel-doel, voorwaarde, conclusie). 

Ik kan signaalwoorden in de tekst herkennen. 


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Signaalwoorden en tekstverbanden


  • Aan signaalwoorden kun je zien welk verband er is tussen zinnen en alinea's. Je kunt eraan zien wat zinnen en alinea's met elkaar te maken hebben. 
  • Er zijn verschillende verbanden mogelijk. Je herkent ze aan hun eigen signaalwoorden.
  • Hoe leren? Weten welk signaalwoord bij welk verband hoort!
  • bv. maar --> tegenstelling 

Slide 5 - Diapositive

Signaalwoorden en tekstverbanden


Opsomming
Verschillende dingen die met elkaar te maken hebben worden achter elkaar opgenoemd.

Signaalwoorden
ten eerste, ten tweede, vervolgens, ook, bovendien, ten slotte, tot slot, ...

Slide 6 - Diapositive

Signaalwoorden en tekstverbanden


Tegenstelling
Er wordt iets gezegd en daarna wordt het tegenovergestelde beweerd. 

Signaalwoorden
maar, echter, daar staat tegenover, aan de ene kant/aan de andere kant, toch, ...

Slide 7 - Diapositive

Signaalwoorden en tekstverbanden


Reden
- Er wordt een reden gegeven voor een eerder genoemde uitspraak. Waarom is dat zo?
- Er is sprake van een menselijke wil/motivatie

Signaalwoorden

omdat, want, daarom, immers

Slide 8 - Diapositive

Signaalwoorden en tekstverbanden


Oorzaak-gevolg
- Er is iets gebeurd (de oorzaak) waardoor er iets anders gebeurde (gevolg)
- Er is géén sprake van een menselijke wil/motivatie

Signaalwoorden

daardoor, hierdoor, doordat, ...

Slide 9 - Diapositive

Signaalwoorden en tekstverbanden


Voorbeeld
In een tekst staat een uitspraak of een bewering. Daarna volgen een of meer voorbeelden.

Signaalwoorden

bijvoorbeeld, als, zo, voorbeeld, ...

Slide 10 - Diapositive

Signaalwoorden en tekstverbanden


Middel-doel
Iets wordt gedaan (middel) om daarmee iets anders te bereiken (doel)

Signaalwoorden

opdat, zodat, om, om te, door middel van, met als doel, ...

Slide 11 - Diapositive

Signaalwoorden en tekstverbanden


Voorwaarde
Er moet eerst iets gebeuren of gedaan worden, voordat iets anders kan gebeuren.

Signaalwoorden

als, indien, wanneer, op voorwaarde dat, mits, tenzij, ...

Slide 12 - Diapositive

Signaalwoorden en tekstverbanden


Conclusie
Er wordt een conclusie getrokken uit de dingen die eerder zijn genoemd.

Signaalwoorden

dus, al met al, concluderend, kortom, ...

Slide 13 - Diapositive

Van welk verband is sprake in deze zin: De straat is nat, doordat het heeft geregend.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
oorzaak-gevolg

Slide 14 - Quiz

Van welk verband is sprake in deze zin:
Veel scholieren slaan het ontbijt over, omdat het te veel tijd kost.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
oorzaak-gevolg

Slide 15 - Quiz

Van welk verband is sprake in deze zin:
Om een voldoende te halen, moet je veel oefenen.
A
voorbeeld
B
middel-doel
C
voorwaarde
D
conclusie

Slide 16 - Quiz

Van welk verband is sprake in deze zin:
Als iedereen gevaccineerd is, zal het festival volgend jaar weer doorgaan.
A
voorbeeld
B
middel-doel
C
voorwaarde
D
conclusie

Slide 17 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 18 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 19 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een voorwaarde?
A
En
B
Maar
C
Mits
D
Dus

Slide 20 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een tegenstelling?
A
zoals
B
daarnaast
C
echter
D
zo

Slide 21 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
omdat
B
zoals
C
en
D
maar

Slide 22 - Quiz

Tekstverbanden en signaalwoorden
oorzaak-gevolg
middel-doel
reden
tegen-stelling
voorbeeld
doordat
want
Zo
daarmee
namelijk
echter
zodat
om te...
bijvoorbeeld

Slide 23 - Question de remorquage

Afsluiting les
Ik kan minimaal 3 tekst verbanden opnoemen en daarvan twee signaalwoorden benoemen. 

Ik kan signaalwoorden in de tekst herkennen. 


Slide 24 - Diapositive