Les 7: Invloed van de media

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

WERK & MEDIA

Les X: Titel les

Maatschappijleer

HB3B

Les 7: Invloed van de media

Maatschappijkunde Basis 3

2024-2025

MEDIA

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen wanneer je mediawijs bent (R)
• Je kunt de begrippen beeldvorming en selectieve waarneming uitleggen (R)
• Je kunt de begrippen desinformatie en nepnieuws uitleggen (R)

Beeldvorming

Omdat we in Nederland persvrijheid hebben, hoor je veel verschillende soorten berichten en meningen. Dat is belangrijk. Door alle informatie die de media uitzenden, krijg je een beeld van de mensen en de wereld. Dit heet beeldvorming, je vormt je steeds een beeld van iets of iemand. Deze beeldvorming bepaalt voor een deel weer je eigen mening. 

Je mening wordt dus beïnvloed door wat je in de media ziet of hoort. Stel dat je op tv alleen maar mannen ziet praten over voetbal of techniek. Dat bevestigt het beeld dat vrouwen helemaal geen verstand zouden hebben van deze onderwerpen. 

Mediawijs

Als je berichten leest, is het belangrijk regelmatig te controleren of de informatie betrouwbaar is. Ook kun je andere media bekijken voor andere meningen. Als je dat doet, ben je mediawijs: je maakt verstandig gebruik van de media. Eigenlijk  moet je bij elk bericht dat je tegenkomt dezelfde vraag stellen als een journalist: is het waar of niet waar? 

Zien wat je wilt zien

Als je van Formule 1-racen houdt, lees je berichten over Max Verstappen meteen. Maar je slaat nieuws over de milieuschade door autoracen over. Waarom? Dat heeft te maken met selectieve waarneming, je kiest zelf wat je wilt zien en horen. 

Je maakt dus een selectie uit het nieuwsaanbod. Hierbij spelen je interesses een grote rol. Wat ook meespeelt, is dat mensen graag iets horen dat bij hun mening past. Ze lezen wel een bericht over het liefdesleven van hun favoriete acteur. Maar een bericht dat niet bij hun mening hoort, bijvoorbeeld dat roken slecht voor je is, lezen ze niet. 

Desinformatie

Soms wil de zender van een bericht jou bewust beïnvloeden. Bijvoorbeeld wanneer iemand mensen wil verwarren met zelfbedachte informatie op het internet. Dit heet desinformatie, informatie die niet klopt en waarvan de maker ook weet dat die niet klopt. Voorbeelden zijn berichten die aandacht willen trekken met woorden als "oh mijn god!" en "wauw". Hoe meer mensen op dat soort berichten klikken, hoe meer geld de makers, verdienen. Een voorbeeld van desinformatie is nepnieuws. Dit is verzonnen informatie die verspreid wordt om geld te verdienen of de mening van mensen te beïnvloeden. 

Opdrachten H2.4

H2.4 opdracht 1 t/m 12 (blz. 49-51)

Huiswerk voor volgende keer

Invullen begrippen + samenvatting 

H2.4 (blz. 51)

Begrippen

• Beeldvorming
• Mediawijs
• Selectieve waarneming
• Desinformatie
• Nepnieuws