Ethiek - 4. Deontologie Kant

Scenario 2: 5 vs. 1


Nora, Vera, Julia
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Scenario 2: 5 vs. 1


Nora, Vera, Julia

Slide 1 - Diapositive

Waar kies je voor?
Ik haal de hendel over
Ik haal de hendel niet over

Slide 2 - Sondage

Welk principe hanteert het utilitarisme om te bepalen of een handeling goed is?

Slide 3 - Question ouverte

Kies de 2 juiste antwoorden! Het utilitarisme is een vorm van...
A
intentionalisme
B
consequentialisme
C
deugdethiek
D
gevolgenethiek

Slide 4 - Quiz

Ethische stromingen
Gevolgentiek
(Consequentialisme)

- Utilitarisme
Bentham
- Epicurisme
Epicurus
Plichtethiek
(Intentie)

- Deontologie
Kant
Deugdethiek
(Karaktervorming)

Aristoteles
Plato
stad &
esch &
filosofie

Slide 5 - Diapositive

Kies het juiste antwoord. Kants plichtsethiek is een vorm van...
A
intentionalisme
B
consequentialisme
C
deugdethiek
D
gevolgenethiek

Slide 6 - Quiz

3

Slide 7 - Vidéo

Immanuel Kant
1724 - 1804

Deontologie - plichtethiek
Categorische imperatief

Slide 8 - Diapositive

Kants reactie op utilitarisme

  • We hebben geen invloed op de gevolgen van een handeling

  • Niet laten leiden door verlangens en emoties

  • Vrijheid en geluk door goede wil en autonomie

Slide 9 - Diapositive

Kants plichtsethiek/deontologie
  • De intentie van een handeling moet bepalend zijn

  • We hebben alleen invloed op de wil/intentie

  • Het gebruik van onze rede zorgt voor een goede wil

  • Autonomie zorgt voor vrijheid en geluk

Slide 10 - Diapositive

De categorische imperatief
  • Als we onze wil volgens de rede laten bepalen, dan volgt daaruit dat we volstrekt logisch moeten handelen.

  • Kant formuleerde hiertoe de categorische imperatief. Deze kent drie formuleringen, waarvan je er twee moet kennen.

Slide 11 - Diapositive

De categorische imperatief
  1. Handel slechts volgens die maxime, waarvan je tegelijkertijd kunt willen dat zij een universele wet wordt.
  2. Handel zo dat je de mensheid, zowel in jezelf als in de ander, altijd tegelijkertijd als doel op zich gebruikt, en nooit louter als middel.

Slide 12 - Diapositive

Tegenspraak / contradictie
Wat bedoelt Kant precies met een tegenspraak?
--> als jouw geuniversaliseerde wetmatige maxime intern logisch in tegenspraak is

Voorbeeld: je houdt je niet aan een belofte (maxime) 
--> in een wereld waarin niemand zich aan beloftes houdt (algemene wet) zijn beloftes überhaupt niet meer mogelijk!
--> daarom kun je deze maxime "niet willen"

Slide 13 - Diapositive

Wanneer is een handeling goed?
Je mag dus niet handelen volgens maximes die de test niet doorstaan!
Utilitarisme: hedonistische calculus / weegschaal
Plichtethiek: categorische imperatief

Slide 14 - Diapositive

Waarom denk je dat liegen een tegenstelling (contradictie) is volgens Kant?

Slide 15 - Question ouverte

Kun je uit zijn op een one-night-stand volgens de categorische imperatief?
A
Ja
B
Nee
C
Ik weet het niet
D
Ik hoop het

Slide 16 - Quiz

Bedenk een voorbeeld van hoe mensen in de wereld gebruikt worden alleen als middel, en niet als een doel op zichzelf

Slide 17 - Question ouverte

Deontologie

Slide 18 - Diapositive

Hoe lastig vind je Kants deontologie?
1: helemaal niet lastig - 5: heel lastig
05

Slide 19 - Sondage

Slide 20 - Diapositive