SPA A51 2022-02-10 DO

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

OBJETIVOS DOELEN

En esta clase...

1. ...vamos a practicar los participios irregulares 

2. ...vamos a ver qué es lo más importante de la unidad 5

3. ...vais a terminar la unidad 5

Participios Voltooid deelwoorden

Voor de presente perfecto en de pluscuamperfecto heb je altijd een voltooid deelwoord nodig. Sommige zijn onregelmatig. 

De onregelmatige ga je nu oefenen. 

Log in en vul steeds het juiste voltooid deelwoord in.

¿Qué ha (decir) el moderador al hablante?

(Wat zei de gespreksleider tegen de spreker?)

¿Qué has (escribir) en el foro?

(Wat heb jij geschreven op het forum?)

Ya había (hacer) la cama, cuando entró mamá.

(Ik had mijn bed al opgemaakt, toen mama binnenkwam.)

El niño se ha (poner) a llorar.

(Het kind begon te huilen.)

Ha (volver) a llover.

(Het regent weer.)

Isa nunca me ha (devolver) el libro que le presté.

(Isa heeft mij nooit het boek teruggegeven dat ik aan haar had uitgeleend.)

¿Habéis (ver) esta telenovela alguna vez?

(Hebben jullie deze serie ooit gezien?)

Este año ha (morir) mi mascota.

(Dit jaar is mijn huisdier overleden).

¿Quién ha (abrir) la puerta?

(Wie heeft de deur opengedaan?)

El alumno ya había (descubrir) el error.

(De leerling had de fout al ontdekt.)

Gabriel ha (romper) mis gafas.

(Gabriel heeft mijn bril stukgemaakt.)

Gramática U5: lo más importante

• De uitdrukkingen met infinitief/gerundio uit je woordenlijst herkennen (dus Spaans-Nederlands).
• Zinnen maken in de pluscuamperfecto.

       > inclusief onregelmatige voltooid deelwoorden

       > inclusief het indefinido-deel (de meest recente actie)

Ya había hecho mi cama, cuando mis padres llegaron a casa.

¡Manos a la obra! Aan het werk!

- Terminad la unidad 5 

   > todos los ejercicios del LE (hacer + corregir)

- Terminad los ejercicios extras sobre el pluscuamperfecto

- Comprueba si sabes conjugar todos los verbos de la lista de vocabulario

- ¿Listo/-a? Entonces, puedes empezar con la unidad 6.

Conjugad: SEGUIR (presente)

(Zet komma tussen de vormen)

Conjugad: perderse (presente)

(Zet komma tussen de vormen)

Conjugad: ponerse (indefinido)

(Zet komma tussen de vormen)

Conjugad: morirse (presente)

(Zet komma tussen de vormen)

Conjugad: divertirse (presente)

(Zet komma tussen de vormen)

Conjugad: proteger (pluscuamperfecto)

(Zet komma tussen de vormen)

¡Hasta mañana!