Woordenschat blok 2
1 / 19
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Een woord voor naar binnen laten?
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Diapositive
welke woord hoort bij de betekenis: modder uit sloten en kanalen halen.
A
afwateren
B
baggeren
C
bemalen
D
inlaten
Slide 5 - Quiz
Buis waardoor een sloot onder weg of dam
De bovenkant van de grond
Pomp of molen die een polder droog maakt
De schuine kant van een dijk of sloot
Het gemaal
De duiker
Het maaiveld
Het talud
Slide 6 - Question de remorquage
Slide 7 - Diapositive
Welke uitdrukking past bij het plaatje?
Slide 8 - Question ouverte
Welke uitdrukking hoort bij de betekenis: Niet alles wat je graag zou willen, is mogelijk.
A
Hoge bomen vangen veel wind
B
Een boom opzetten over iets
C
Je kunt de boom in
D
De bomen groeien niet tot in de hemel
Slide 9 - Quiz
bij de betekenis: lang op dezelfde plaats blijven hoort de uitdrukkinh?
A
je eigen boontjes doppen
B
iet met wortel en tak uitroeien
C
wortel schieten
D
omslaan als een blad aan boom
Slide 10 - Quiz
een ander woord voor de uitdrukking: boven het maaiveld uitsteken.
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
wat betekent: de bloemetjes buitenzetten. in één woord!
Slide 13 - Question ouverte
Wat is de betekenis van: Het waterpeil
A
De hoogte van het water
B
Met een pomp water pompen
C
een kant van een rivier wat verstevigd is met hout
D
meetlat om de waterstand af te lezen
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Welke uitdrukking past bij het plaatje?
A
Het heel goed hebben
B
Geel geld hebben
C
Veel in huis hebben
D
Weinig in huis hebben
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Welke woorden heb jij
geleerd vandaag?
geleerd vandaag?
Slide 18 - Carte mentale
Wat vond jij van de quiz?
😒🙁😐🙂😃
