Thema 1 en 2 Dictee 3 oefenen

Dictee 3 thema 1 en 2
Je gaat verschillende vragen beantwoorden over de woorden van thema 1 en 2. Lees en luister goed!
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Dictee 3 thema 1 en 2
Je gaat verschillende vragen beantwoorden over de woorden van thema 1 en 2. Lees en luister goed!

Slide 1 - Diapositive

Wat is dit?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is dit?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is goed?
A
de toetsenbord
B
het toetsenbord
C
het teotsenbord
D
het toetsenbort

Slide 4 - Quiz

Wat is goed?
A
srijven
B
schreiven
C
schrijven
D
sgrijven

Slide 5 - Quiz

Luister en typ het woord

Slide 6 - Question ouverte

Luister en typ het woord

Slide 7 - Question ouverte

Luister en typ het woord

Slide 8 - Question ouverte

Wat is dit?
A
de tafel
B
het bureau
C
de kruk
D
de stoel

Slide 9 - Quiz

Wat is dit?
A
de tas
B
de zak
C
het boek
D
de school

Slide 10 - Quiz

Wat doen deze kinderen?

Slide 11 - Question ouverte

Wat doet dit meisje?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is goed?
A
de stift
B
de stivt
C
het stift
D
de sitft

Slide 13 - Quiz

Wat is dit?
A
het boek
B
de map
C
schrijven
D
het schrift

Slide 14 - Quiz

Schrijf alle getallen met letters:
21-22-23-30-40-50-60-70-80-90-100

Slide 15 - Question ouverte

Luister en typ het woord

Slide 16 - Question ouverte

Luister en typ het woord

Slide 17 - Question ouverte

Het licht is niet aan, maar
.....

Slide 18 - Question ouverte

Ik sta niet achter de tafel, maar ik sta
..... de tafel.

Slide 19 - Question ouverte

Een ander woord voor "praten".

Slide 20 - Question ouverte

Wat is goed?
A
de teskt
B
de tekst
C
het tekst
D
het teskt

Slide 21 - Quiz

Luister en typ het woord

Slide 22 - Question ouverte

Luister en typ het woord

Slide 23 - Question ouverte

Luister en typ het woord

Slide 24 - Question ouverte

Waar zie je "de tijd"?
A
B
C
D

Slide 25 - Quiz

Waar zie je "de school"?
A
B
C
D

Slide 26 - Quiz

Wat is goed?
A
de voornaam
B
de foornaam
C
het voornaam
D
de voornam

Slide 27 - Quiz

Luister en typ het woord

Slide 28 - Question ouverte

Typ zonder fouten:

Mark tekent in zijn schrift.

Slide 29 - Question ouverte

Typ zonder fouten:

Ik typ op het toetsenbord.

Slide 30 - Question ouverte

Typ zonder fouten:

Zet de stoel maar op de tafel.

Slide 31 - Question ouverte

Typ zonder fouten:

Wat is jouw voornaam?

Slide 32 - Question ouverte

Typ zonder fouten:

Sporten vind ik het leukste vak op school.

Slide 33 - Question ouverte

Wat vond je van deze les?
A
leuk
B
niet leuk

Slide 34 - Quiz