Marketing 3.a.2 Les week 1+2

• Marketing & Communicatie
• MBO
• Studiejaar 1

Welke elementen kunnen onderdeel zijn van promotie?

1. Verpakking, merknaam, logo en slogan
2. Reclame, public relations, persoonlijke verkoop en sales promoties
3. Klantenservice, after-sales support, garanties en retourbeleid
4. Productontwikkeling, distributie, prijsstelling en marktonderzoek

Wat is het verschil tussen
imago en identiteit?

1. Imago is hoe een organisatie zichzelf ziet, terwijl identiteit hoe anderen de organisatie zien.
2. Imago is het beeld dat de buitenwereld van een organisatie heeft, terwijl identiteit gaat over hoe de organisatie zichzelf presenteert.
3. Imago en identiteit zijn hetzelfde; ze beschrijven beide hoe de organisatie door anderen wordt waargenomen.
4. Imago gaat over de kernwaarden van de organisatie, terwijl identiteit vooral gericht is op het merklogo en visuele elementen.

Welk van de onderstaande opties is géén voorbeeld van een segmentatiecriterium?

1. Leeftijd
2. Inkomensniveau
3. Prijs van het product
4. Geografische locatie

Wat is ''beperkt probleemoplossend gedrag" bij consumenten?

1. De consument maakt een uitgebreide vergelijking tussen verschillende merken en opties.
2. De consument herhaalt een aankoop zonder erbij na te denken.
3. De consument vergelijkt enkele opties, omdat hij het product al kent, maar nog een keuze wil maken.
4. De consument kiest impulsief en zonder enige overweging.

Oplossing voor de klant. Jij gaat voorzien in wensen en behoeften.

Kosten voor de klant. Niet alleen geld, maar ook bijv. moeite.

Gaat om het gemak voor de klanten bij aankoop en het distributieproces.

Klant centraal stellen bij de communicatie over wat je doet

en verkoopt. 

Wat is het verschil tussen de P's in de marketingmix en het 4C model?

1. De P's in de marketingmix zijn productgericht, terwijl het 4C model zich richt op promotie.
2. De P's in de marketingmix focussen op het bedrijf, terwijl het 4C model zich richt op de behoeften en wensen van de klant.
3. De P's in de marketingmix zijn kosten gerelateerd, terwijl het 4C model zich richt op de concurrentie.
4. De P's in de marketingmix zijn gericht op communicatie, terwijl het 4C model zich richt op gemak.

Welke is een fysieke eigenschap
van een fiets?

1. Garantie
2. Driejaarlijkse bandenwissel
3. Snelle levering aan huis
4. Remmen met handgrepen

Wat is een afgeleide eigenschap van een fiets?

1. Mobiliteit
2. Banden met profiel
3. Frame van staal
4. Zadelhoogte verstelbaar

Wat is een toegevoegde
eigenschap van een fiets
van het merk Giant?

1. Snelle levering
2. Garantie van 1 jaar
3. Het merk
4. Wielgrootte

Zelf st

Alledaagse artikelen
(tandpasta, brood, soep)

Lage prijs, eenvoudig aan te schaffen. Geringe koopinspanning.

Gebruiksartikelen
(kleding, schoenen)

Het koopproces neemt meer tijd in beslag. Grotere koopinspanning.

Speciale artikelen

(auto, bankstel)

Klant gaat uitgebreid orienteren en op zoek naar informatie. Grote koopinspanning.

Klant weet het bestaan niet of
heeft weinig interesse

Bedrijf zal marketingactiviteiten moeten ondernemen.

Ik verdien veel aan deze producten, maar de inkoopprijzen veranderen sterk

Deze producten zijn eenvoudig in te komen en er is veel winst te behalen. Bijvoorbeeld Ijsjes

Deze producten zijn makkelijk in te komen, maar er is weinig winst op te behalen. Ik verkoop ze vaak

De ze producten zijn lastig in te kopen, ik er behaal er weinig winst op, maar ze zijn noodzakelijk zoals onderdelen van machines

Assortimentsdimensies

1. Breed en diep
2. Breed en constistent
3. Smal en consistent
4. Constistent en lang

Assortimentsdimensies

1. Breed en diep
2. Breed en consistent
3. Smal en consistent
4. Consistent en lang

Assortimentsdimensies

1. Breed en diep
2. Breed en niet-consistent
3. Smal en consistent
4. Consistent en lang