Examenvoorbereiding - Oefentoets 2 - Meerkeuzevragen

Examenvoorbereiding
Irene Oosterwijk / Rinske Hokwerda
Oefentoets 2 
Toetsen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
MarketingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Examenvoorbereiding
Irene Oosterwijk / Rinske Hokwerda
Oefentoets 2 
Toetsen

Slide 1 - Diapositive

Vooraf
Deze oefentoets bestaat uit  22 meerkeuzevragen.
Als je 14 vragen goed hebt, heb je een 5,5 

Heel veel succes!

Slide 2 - Diapositive

Welke van de volgende antwoorden is geen eigenschap van de marktvorm volkomen concurrentie?
A
Veel aanbieders en veel vragers
B
Heterogeen product
C
Transparante markt
D
Vrije toe- en uittreding

Slide 3 - Quiz

Welke situatie is een voorbeeld van marktomvang?
A
De supermarktbranche had in 2015 een omzet van 33,3 miljard euro.
B
Een supermarkt bedient 34 procent van alle supermarktklanten in 2015.
C
Supermarkten verkopen 5 procent meer biologische producten dan in 2015.

Slide 4 - Quiz

Een congrescentrum verhuurt zalen voor zakelijke bijeenkomsten. Het congrescentrum geeft trouwe klanten korting.

Van welke marketingvorm is dit een voorbeeld?
A
Consumentenmarketing
B
Dienstenmarketing
C
Duale marketing
D
Handelsmarketing

Slide 5 - Quiz

Bij welke marktvorm heeft een aanbieder weinig invloed op de prijs van dezelfde producten?
A
Monopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Volledige mededinging

Slide 6 - Quiz

Eén van de fases van het marketingplanningsproces is het bekijken van groeimogelijkheden.

Welke fase is dit?
A
Situatieanalyse
B
Strategische keuzes
C
Strategische opties
D
SWOT-analyse

Slide 7 - Quiz

Een autobedrijf verhuurt bedrijfsauto’s aan grote bedrijven en eenmanszaken. Voor elke doelgroep hanteert het autobedrijf een andere marketingstrategie.

Van welke segmentatiestrategie is hier sprake?
A
Geconcentreerde marketing
B
Gedifferentieerde marketing
C
Ongedifferentieerde marketing

Slide 8 - Quiz

Een schoenenketen richt zich op consumenten die elk hebben aangegeven geïnteresseerd zijn in nieuwe schoenen kopen.

Van welk segmentatiecriterium is hier sprake?
A
Gedragscriterium
B
Psychografisch criterium
C
Socio-economisch criterium

Slide 9 - Quiz

Een groothandel in computers en elektronica wil grote orders binnenhalen. De groothandel biedt daarom korting bij afname van grote partijen.

Van welke groeistrategie van Ansoff is hier sprake?
A
Diversificatie
B
Marktontwikkeling
C
Marktpenetratie
D
Productontwikkeling

Slide 10 - Quiz

Jonkman Recruitment heeft op dit moment vijf kantoren in de Randstad. Doordat het bedrijf groeit, wil Jonkman één extra kantoor in Utrecht openen.

Van welk type vraag is hier sprake?
A
Additionele vraag
B
Initiële vraag
C
Vervangingsvraag
D
Potentiele vraag

Slide 11 - Quiz

Welk element behoort tot de productmix?
A
Distributie
B
Klachtafhandeling
C
Persoonlijke verkoop
D
Voorraadbeheer

Slide 12 - Quiz

Welk soort consumentenproduct heeft een lage koopinspanning en hoge aankoopfrequentie?
A
Convenience good
B
Shopping good
C
Specialty good

Slide 13 - Quiz

Wat is een kenmerk van een dienst?
A
Homogeen
B
Tastbaar
C
Vergankelijk

Slide 14 - Quiz

Een fabrikant van schoonheidsproducten verkoopt verschillende producten onder verschillende merknamen.

Van welk type merk is hier sprake?
A
Paraplumerk
B
Merkenparaplu
C
A-merk
D
Huismerk

Slide 15 - Quiz

Bouwmarkten verkopen naast bouwartikelen tegenwoordig ook meubels.

Welke assortimentsdimensie is daardoor veranderd?
A
Breedte
B
Diepte
C
Hoogte
D
Lengte

Slide 16 - Quiz

In welke fase van de productlevenscyclus stijgt de afzet het snelste?
A
Introductiefase
B
Groeifase
C
Verzadigingsfase
D
Volwassenheidsfase

Slide 17 - Quiz

Een ondernemer berekent een winstmarge over de productieprijs om de verkoopprijs te bepalen.

Welke prijsstrategie gebruikt de ondernemer?
A
Concurrentiegeoriënteerde prijsstrategie
B
Kostengeoriënteerde prijsstrategie
C
Vraaggeoriënteerde prijsstrategie

Slide 18 - Quiz

Een bedrijf in kantoorartikelen besluit de levering van zijn producten zelf te gaan verzorgen.

Van welke beweging in de bedrijfskolom is hier sprake?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 19 - Quiz

Een webshop in elektronica verkoopt printers. De webshop stimuleert klanten om direct cartridges en printpapier te bestellen.

Welke verkooptechniek gebruikt de webshop?
A
Crossselling
B
Deepselling
C
Upselling

Slide 20 - Quiz

Een groothandel verkoopt op enkele verkooppunten in het land zijn producten aan particulieren.

Welke vorm van distributie is dit?
A
Directe distributie
B
Indirecte distributie
C
Exclusieve distributie
D
Selectieve distributie

Slide 21 - Quiz

Een leverancier van wenskaarten realiseert een optimale positie in de schappen van een supermarkt. Dit doet deze leverancier door samen te werken met de supermarkt.

Van welk samenwerkingsverband is hier sprake?
A
Affiliate shop
B
Dropshipping
C
Rack jobbing

Slide 22 - Quiz

Eén van de fases in het marktonderzoekproces is het opstellen van een onderzoeksplan.

Wat is de volgende fase in het marktonderzoeksproces?
A
Analyse en interpretatie van gegevens
B
Probleemanalyse
C
Rapportage
D
Verzamelen van gegevens

Slide 23 - Quiz

Wat is een kenmerk van kwalitatief onderzoek?
A
Gegevens die cijfermatig inzicht geven
B
Gegevens uit interne bronnen
C
Gegevens verzameld uit deskresearch
D
Gegevens voortkomend uit meningen

Slide 24 - Quiz