Huurwoningen met een maandhuur tot ongeveer € 740. Deze zijn eigendom van woningcorporaties.
Woningcorporatie is een organisatie die zich richt op het beheren en verhuren van betaalbare woonruimte.
Als de huur hoger is dan € 763,47 hebben we het over huurwoningen in devrije sector.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Sociale huurwoningen
Huurwoningen met een maandhuur tot ongeveer € 740. Deze zijn eigendom van woningcorporaties.
Woningcorporatie is een organisatie die zich richt op het beheren en verhuren van betaalbare woonruimte.
Als de huur hoger is dan € 763,47 hebben we het over huurwoningen in devrije sector.
Slide 1 - Diapositive
Onroerendzaakbelasting
Als je een koopwoning hebt, moet je onroerendzaakbelasting (ozb) aan de gemeente betalen.
De OZB is een klein percentage van de WOZ-waarde van je woning.
WOZ = Wet onroerendezaakbelasting.
de gemeente stelt dit vast
Slide 2 - Diapositive
Wat is de woningmarkt ?
A
De vraag naar woningen
B
De totale vraag naar woningen en het totale aanbod van woningen
C
Het totale aanbod van woningen
D
De vraag naar woningen en het aanbod van woningen
Slide 3 - Quiz
De ouders van Samantha zoeken op internet naar een niet al te dure woning. Is hier sprake van vraag of aanbod?
A
Vraag op de woningmarkt
B
Aanbod op de woningmarkt
C
Op de woningmarkt is geen vraag en aanbod
Slide 4 - Quiz
De woningmarkt bestaat uit:
A
huurwoningen
B
koopwoningen
C
huur- en koopwoningen
D
geen van de antwoorden
Slide 5 - Quiz
De WOZ-waarde van een huis is door de gemeente vastgesteld op € 190.000. Onroerende zaakbelasting (ozb) is op 0,129% van de WOZ-waarde gesteld. Dat is voor dit huis dus…
A
€ 245,-
B
€ 245,10
C
€ 246,-
D
€ 246,10
Slide 6 - Quiz
Als je een koopwoning hebt moet je ozb betalen. Wat betekent deze afkorting?
A
onroerende zaakbelasting
B
onroerende ziekenbelasting
C
onroerende zakenbedrag
D
ongelukken zaakbedrag
Slide 7 - Quiz
Wat is geen gemeentelijke heffing ? (T2 vraag)
A
huursubsidie
B
rioolbelasting
C
afvalstoffenheffing
D
onroerende zaakbelasting
Slide 8 - Quiz
Hoe heten de twee soorten huurwoningen in Nederland?
A
Speciale huur en sociale huur
B
open sector en vrije sector
C
Sociale huur en vrije sector
D
huurwoning en vrije woning
Slide 9 - Quiz
Wat is het voordeel van het huren van in de sociale sector?
A
Je mag zelf je huis kiezen.
B
Je krijgt huursubsidie.
C
Je krijgt een woning die je kunt betalen.
D
Je mag deze woning zelf verbouwen.
Slide 10 - Quiz
Woningen met een lage huur, noem je
A
Vrije sector woningen
B
Lage huur woningen
C
Sociale huurwoningen
D
B- woningen
Slide 11 - Quiz
Wat is een voordeel van het huren van een woning?
A
Je hoeft het niet schoon te maken
B
Je hoeft geen huur te betalen
C
Je hoeft de tuin niet netjes te houden.
D
Als het dak lekt, hoef jij het niet te maken.
Slide 12 - Quiz
Huur valt onder
A
Vaste lasten
B
Reserveringsgeld
C
Huishoudelijke uitgaven
D
Incidentele uitgaven
Slide 13 - Quiz
Zijn de leerdoelen duidelijk geworden?
😒🙁😐🙂😃
Slide 14 - Sondage
Vond je de uitleg duidelijk?
Ja!
Nee, ik heb nog vragen
Ja, maar ik weet niet zeker of ik het goed begrijp