Schrijven Basiscursus 1.3 CONTROLEREN

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Lesdoelen

Herhalen Schrijven 1.1 + 1.2

Basiscursus Schrijven: 1.3 Controleren en uitvoeren:

•  Je kunt je de taalfouten verbeteren.
  
• Je kunt, afhankelijk van de tekstsoort, een inhoudsopgave, bronvermelding, inleiding, conclusie/samenvatting, voor- en nawoord, titelpagina en omslag toevoegen.
  
• Je bent in staat een passende en duidelijke lay-out te maken.
  
• Je controleer je tekst nog één keer en je haalt de laatste foutjes eruit.

Herhalen - de beste manier van leren

Wat weet je nog over 

............ het nut van het gebruik van een schrijfplan?

Wat weet je nog over

....... tekststructuren?

Hoe kan een student ervoor zorgen dat zijn tekst aansluit bij de beoogde doelgroep?

1. Door de interesses en kennis van het publiek in gedachten te houden.
2. Door altijd formele taal te gebruiken, ongeacht het publiek.
3. Door de tekst kort en bondig te houden, ongeacht het doel of publiek..
4. Door geen voorbeelden of toelichtingen te geven.

Nieuwe theorie

Schrijven 1.3 Controleren en verbeteren

Vragen vooraf:

Wat is het doel van de schrijffase van controleren & verbeteren?

1. Het toevoegen van nieuwe informatie aan de tekst.
2. Het verbeteren van de structuur, spelling en grammatica van de tekst.
3. Het bedenken van nieuwe ideeën voor de tekst.
4. Het schrijven van een eerste versie van de tekst.

Vragen vooraf:

Hoe vaak moet je een tekst controleren en verbeteren voordat deze helemaal klaar is?

1. Eén keer is voldoende.
2. Minstens drie keer, ongeacht de kwaliteit van de tekst.
3. Alleen als iemand anders feedback geeft.
4. Zolang er nog fouten of verbeterpunten zijn.

Vragen vooraf:

Hoe controleer je een tekst op grammaticale en spellingfouten?

1. Door de tekst hardop voor te lezen.
2. Door gebruik te maken van een spellingscontrole.
3. Door alleen te letten op de inhoud van de tekst.
4. Door de tekst te laten controleren door iemand anders.

Vragen vooraf:

Hoe kun je controleren of de stijl van de tekst passend is voor het publiek en het doel?

1. Door de tekst te vergelijken met soortgelijke teksten voor hetzelfde publiek.
2. Door de tekst te schrijven zoals je zelf zou willen lezen, zonder rekening te houden met het publiek.
3. Door alle zinnen zo kort mogelijk te houden, ongeacht het publiek.
4. Door geen aandacht te besteden aan de woordkeuze, zolang de boodschap duidelijk is.

Vragen vooraf:

Hoe zorg je ervoor dat de structuur van de tekst duidelijk en logisch is?

1. Door duidelijke alinea’s te maken met elk een eigen hoofdgedachte.
2. Door gebruik te maken van verbindingswoorden tussen zinnen en alinea’s.
3. Door alle ideeën in één lange alinea te zetten.
4. Door de tekst te beginnen met een inleiding, gevolgd door het middenstuk en af te sluiten met een conclusie.

Schrijven 1.3 CONTROLEREN opdrachten 2 en 3, 80% goed

Afmaken: je cv op maat

Aan de slag!