Les 20 - overhoring leerwerk / Sprachmittel Kapitel 3

Deutsch

1 / 27

Slide 1: Diapositive

NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

La durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Deutsch

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

- Overhoring leerwerk Kapitel 3

- Sprachmittel van Kapitel 3 bekijken

- Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

de leraar =

Slide 3 - Question ouverte

moeilijk =

Slide 4 - Question ouverte

aardrijskunde =

Slide 5 - Question ouverte

op donderdag =

Slide 6 - Question ouverte

in het weekend =

Slide 7 - Question ouverte

derde =

Slide 8 - Question ouverte

achtste =

Slide 9 - Question ouverte

waarvandaan =

Slide 10 - Question ouverte

het huiswerk =

Slide 11 - Question ouverte

glauben =

Slide 12 - Question ouverte

Lust haben =

Slide 13 - Question ouverte

der Zettel =

Slide 14 - Question ouverte

der Unterricht =

Slide 15 - Question ouverte

verrückt =

Slide 16 - Question ouverte

Vul het juiste lidwoord in.
..... Opa

Slide 17 - Question ouverte

Vul het juiste lidwoord in.
..... Pferd

Slide 18 - Question ouverte

Vul het juiste lidwoord in.
..... Straße

Slide 19 - Question ouverte

Vul het juiste lidwoord in.
..... Stier

Slide 20 - Question ouverte

Vul het juiste lidwoord in.
..... Umgebung

Slide 21 - Question ouverte

Maak een meervoudsvorm.
der Ball - ...........

Slide 22 - Question ouverte

Maak een meervoudsvorm.
die Vase - .........

Slide 23 - Question ouverte

Maak een meervoudsvorm.
das Pferd - ........

Slide 24 - Question ouverte

Maak een meervoudsvorm.
die Oma - ..........

Slide 25 - Question ouverte

Sprachmittel Kapitel 3

Op welke school zit je? Auf welche Schule gehst du?

Ik zit op … . Ich gehe auf … .

In welke klas zit … ? In welche Klasse geht … ?

Ze zit in de tweede klas. Sie geht in die achte Klasse.

Hoe ziet … eruit? Wie sieht … aus?

Wanneer heb je … ? Wann hast du … ?

Op … heb ik … . Am … habe ich … .

Om … hebben we … . Um … haben wir … .

… hebben we een toets. … schreiben wir einen Test.

… maak ik huiswerk. … mache ich Hausaufgaben.

Hoe vind je … ? Wie findest du … ?

… vind ik … en … . … finde ich … und … .

… is mijn lievelingsvak. … ist mein Lieblingsfach.

Slide 26 - Diapositive

Zelfstandig werken

Ga naar Magister - leermiddelen - Neue Kontakte 7e editie

Maak van Kapitel 3:

Schrijf de Sprachmittel (uit de naslag!) in je schrift of zet in Quizlet/WRTS.

Paragraaf F: Aufgabe 33, Aufgabe 36

Paragraaf H: Aufgabe 45, Aufgabe 46

Leren van Kapitel 3:
Lernliste N-D

Lernliste D-N
Grammatik: der/die/das + meervoudsvormen

- Sprachmittel N-D en D-N

Slide 27 - Diapositive