Recreatie les 1

Wat is recreatie? 
Wat is recreatie? 

Re = her / opnieuw
Creatie = schepping / iets maken 

Woordenboek: In je vrije tijd opladen en vervolgens weer met frisse moed aan werk / school / verplichtingen beginnen.
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Wat is recreatie? 
Wat is recreatie? 

Re = her / opnieuw
Creatie = schepping / iets maken 

Woordenboek: In je vrije tijd opladen en vervolgens weer met frisse moed aan werk / school / verplichtingen beginnen.

Slide 1 - Diapositive

Waar denk je aan bij 'recreatie'?

Slide 2 - Carte mentale

Kenmerken van recreatie
  • Vindt plaats in de vrije tijd
  • Vindt in of rond het huis plaats
  • Kan ook buiten de eigen woonomgeving plaatsvinden
  • Soms alleen, soms met (grote) groepen mensen

Slide 3 - Diapositive

Op welke momenten kun je recreëren?
Wees zo specifiek mogelijk.

Slide 4 - Carte mentale

Wat moet je kunnen om in de recreatie te kunnen werken?

Slide 5 - Carte mentale

Wat moet je kunnen in de recreatie? 
  • werken als anderen vrij zijn 
  • gastvrij en enthousiast zijn 
  • goede dienstverlening
  • representatief zijn 
  • kunnen presenteren en organiseren
  • goede beheersing van de Nederlandse taal
  • eventueel Duits en/of Engels 
  • sport- en spelactiviteiten begeleiden
  • entertainen
  • activiteitenprogramma opstellen
  • front- en backoffice
  • zorgen voor veiligheid (ook bij het zwembad)
  • commercieel gericht zijn

Slide 6 - Diapositive

Definitie recreatie-activiteiten
Alle activiteiten die 
gepland
georganiseerd
en uitgevoerd
worden voor vermaak en/of ontspanning in je vrije tijd en/of vakantie. 

Slide 7 - Diapositive

Het plannen van een activiteit
  • Wanneer is de activiteit? 
  • Welke doelgroep kun je verwachten? 
  • Welke materialen kun je inzetten? 
  • Hoeveel tijd kost de activiteit? 
  • Hoeveel deelnemers kun je verwachten? 
  • Welke locatie heb je tot je beschikking? 
  • Welke regels ga je hanteren?  

Slide 8 - Diapositive

Het organiseren van een activiteit
Waar moet je rekening mee houden? 
  • op tijd aanwezig zijn
  • materiaal controleren en klaarzetten
  • deelnemerslijsten
  • weersomstandigheden
  • veiligheid
  • niveauverschillen
  • een alternatief programma

Slide 9 - Diapositive

Uitvoering van een activiteit
  • Zorg altijd voor een warm welkom! 
  • PPD - praatje, plaatje, daadje
  • Eventueel aanpassingen (variëren, differentiëren)
  • Zorg voor een goede afronding van de activiteit (prijsuitreiking?) 
  • Afscheid nemen en volgend event aankondigen
  • Opruimen (met de deelnemers)
  • Evalueren en bijstellen

Slide 10 - Diapositive

Uur recreatie 
Iedere vorm van recreatie die meestal dichtbij je huis is en niet meer dan twee klokuren duurt. 

(sporten, fitness, zwembad, bioscoop, Monkey Town, kinderfeestje, bowlingbaan, kartbaan, wedstrijd FC Twente)

Slide 11 - Diapositive

Dagrecreatie
Iedere vorm van recreatie buiten je eigen woonomgeving die langer dan twee uren duurt, maar zonder overnachting. 

(dagje strand, dagje Amsterdam, attractiepark, dierentuin)

Slide 12 - Diapositive

Verblijfsrecreatie
Het verblijf buiten de eigen woonomgeving voor minimaal één overnachting. 

(hotel, camping, bungalowpark, jachthaven)

Slide 13 - Diapositive

Een dagje naar de Waarbeek met je oppaskinderen hoort bij...
A
uur recreatie
B
dagrecreatie
C
verblijfsrecreatie

Slide 14 - Quiz

Een weekendje weg naar Zeeland met opa & oma, omdat ze 50-jaar getrouwd zijn hoort bij:
A
dagrecreatie
B
uur recreatie
C
verblijfsrecreatie

Slide 15 - Quiz

Passieve recreatie
activiteit is bedoeld om naar te kijken
de recreant is alleen toeschouwer

Slide 16 - Diapositive

Actieve recreatie
de recreant is actief betrokken bij de activiteit
er wordt een inspanning verwacht

Slide 17 - Diapositive

Vaste groep recreanten
Je hebt een vast aantal deelnemers van begin tot einde.
Je begint met het tellen voor de activiteit begint en sluit ook met en telling weer af. 

Slide 18 - Diapositive

Doorlopende deelnemers
Deelnemers kunnen naar wens in- of uitstappen
Er is geen aangegeven begin- en eindtijd
Deelnemers zullen steeds wisselen

Slide 19 - Diapositive

Een avondje bowlen met je vrienden
actieve recreatie
passieve recreatie

Slide 20 - Sondage

Een avondje naar de bowlingwedstrijd van je peetoom
actieve recreatie
passieve recreatie

Slide 21 - Sondage

Een middag naar de voetbalwedstrijd van
SP Rekken - De Tukkers
actieve recreatie
passieve recreatie

Slide 22 - Sondage

De klootschietwedstrijd waarin jij kampioen kunt worden.
actieve recreatie
passieve recreatie

Slide 23 - Sondage

Wat is de definitie van recreatie?

Slide 24 - Question ouverte

Verblijfsrecreatie: toeristische gasten
- geïnteresseerd in de omgeving
- vaak gezinnen met kinderen
- blijven niet langer dan 2 tot 3 weken
- weekprogramma kan dus worden herhaald na 3 weken

Slide 25 - Diapositive

Verblijfsrecreatie: vaste gasten
jaarplaats of seizoensplaats
eigenaar van bungalows
kiezen jarenlang voor dezelfde locatie
camping vaak niet te ver van de woonplaats
komen niet voor het recreatieprogramma

Slide 26 - Diapositive

Redenen om activiteiten te organiseren
Reclame
mond-tot-mond reclame

Overlast
overlast van bijv. hangjongeren tegengaan

Service
service bieden aan gasten

Slide 27 - Diapositive

Doelen voor recreatie-activiteiten
Promotioneel
nieuwe gasten werven, bestaande klanten binden, imago verbeteren, onderscheiden van andere bedrijven, verblijf verlengen

Sociaal 
sociale contacten bevorderen, sociale veiligheid vergroten, kinderen bezig houden

Educatief
informatie overbrengen, bevorderen van de creativiteit

Slide 28 - Diapositive

Waarmee moet je rekening houden bij het organiseren, plannen en uitvoeren van de activiteiten?

Slide 29 - Question ouverte

Dagrecreatie
Uur-recreatie
Verblijfsrecreatie
Bioscoop
Bowlingbaan
Pretpark
Busexcursie naar de tulpenvelden
Kartbaan
Formule 1 race op Zandvoort (alleen de zondag)
Op vakantie met je vrienden

Slide 30 - Question de remorquage

Welke activiteiten kun je organiseren als we het hebben over 'uur-recreatie'? Noem er minimaal 2.

Slide 31 - Question ouverte

Welke activiteiten kunnen we organiseren als we het hebben over 'dagrecreatie'?

Slide 32 - Question ouverte

Welke activiteiten zou je kunnen organiseren als je het hebt over 'verblijfsrecreatie'?

Slide 33 - Question ouverte

Welke soorten gasten kennen we?
A
vervelende gasten
B
toeristische gasten
C
vaste gasten
D
vreemde gasten

Slide 34 - Quiz

Toeristische gasten zijn niet geïnteresseerd in een recreatieprogramma.
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quiz

Toeristische gasten blijven vaak niet langer dan 2 tot 3 weken.
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quiz

Vaste gasten kiezen vaak voor een camping dicht in de buurt.
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quiz

Vaste gasten zijn vaak iets 'lastiger', omdat ze denken dat ze meer rechten hebben dan iemand die maar twee weekjes komt kamperen.
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quiz

Bij het uitvoeren van de activiteit, is het handig om PPD te gebruiken. Wat is dat?

Slide 39 - Question ouverte