Het verblijf buiten de eigen woonomgeving voor minimaal één overnachting.
(hotel, camping, bungalowpark, jachthaven)
Slide 23 - Diapositive
Een dagje naar de Waarbeek met je oppaskinderen hoort bij...
A
uur recreatie
B
dagrecreatie
C
verblijfsrecreatie
Slide 24 - Quiz
Een weekendje weg naar Zeeland met opa & oma, omdat ze 50-jaar getrouwd zijn hoort bij:
A
dagrecreatie
B
uur recreatie
C
verblijfsrecreatie
Slide 25 - Quiz
Met je vriend/ vriendin naar de bioscoop hoort bij :
A
verblijfsrecreatie
B
uur recreatie
C
dagrecreatie
Slide 26 - Quiz
Met je gezin een midweek naar Euro Disney hoort bij:
A
verblijfsrecreatie
B
dagrecreatie
C
uur recreatie
Slide 27 - Quiz
Doelen gehaald? Je weet wat recreatie is Je weet wat uur-, dag- en verblijfsrecreatie is Je kunt kenmerken van recreatie benoemen Je weet wat er verwacht wordt bij het plannen, organiseren en uitvoeren van een activiteit
😒🙁😐🙂😃
Slide 28 - Sondage
Leg uit wat uur- dag- en verblijfsrecreatie inhoudt.