Poëzie & Fictie overhoring

Er was eens een vrouw uit Abcoude
Die altijd op kattenvoer kauwde
Maar oh wat een lol
Na 6 blikken vol
Praatte ze niet maar miauwde

Noteer het rijmschema
1 / 21
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Er was eens een vrouw uit Abcoude
Die altijd op kattenvoer kauwde
Maar oh wat een lol
Na 6 blikken vol
Praatte ze niet maar miauwde

Noteer het rijmschema

Slide 1 - Question ouverte

Er was eens een vrouw uit Abcoude
Die altijd op kattenvoer kauwde
Maar oh wat een lol
Na 6 blikken vol
Praatte ze niet maar miauwde

Wat voor soort gedicht is dit?

Slide 2 - Question ouverte

De vertelde tijd =
A
de tijd die nodig is om het verhaal of boek te lezen
B
de tijd die nodig is om het verhaal of boek te schrijven
C
de tijd in het verhaal waarover wordt verteld
D
de tijd waarin het verhaal zich afspeelt

Slide 3 - Quiz

De verteltijd =
A
de tijd die nodig is om het verhaal of boek te lezen
B
de tijd die nodig is om het verhaal of boek te schrijven
C
de tijd in het verhaal waarover wordt verteld
D
de tijd waarin het verhaal zich afspeelt

Slide 4 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met een open eind?

De lezer ......

Slide 5 - Question ouverte

Wat wordt er bedoeld met een gesloten eind?

De lezer ......

Slide 6 - Question ouverte

Wat betekent chronologisch?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe noem je een verhaal dat zich in de toekomst afspeelt, waarin meestal een ramp heeft plaatsgevonden en/of er zijn mensen aan de macht gekomen die andere mensen onderdrukken, waardoor de wereld is veranderd in een plaats waarin je niet zou willen leven?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe noem je een verhaal dat fijn is om te lezen, omdat het ‘wensvervullend’ is: je hoopt dat er iets fijns gebeurt met de hoofdpersoon en dat gebeurt dan ook?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe noem je een verhaal dat zich in de toekomst afspeelt en waarin technologieën worden gebruikt die nu (nog) niet bestaan?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe noem je een sprong terug in de tijd?

Slide 11 - Question ouverte

Hoe noem je de verandering die personages doormaken door wat ze beleven in het verhaal?

Slide 12 - Question ouverte

Wanneer is er sprake van meerdere verhaallijnen?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe noem je een aanwijzing dat er iets gaan gebeuren, vaak zonder dat je precies weet wat er gaat gebeuren?

Slide 14 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van alliteratie.

Slide 15 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van assonantie

Slide 16 - Question ouverte

Noteer het rijmschema van omarmend rijm

Slide 17 - Question ouverte

Noteer het rijmschema van gepaard rijm

Slide 18 - Question ouverte

Noteer het rijmschema van gekruist rijm

Slide 19 - Question ouverte

Hoe noem je een alinea in een gedicht?

Slide 20 - Question ouverte

Wanneer noem je een gedicht een sonnet?

Slide 21 - Question ouverte