3K DINSDAG 12 NOV. 2019

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

3K DINSDAG 12 NOVEMBER

• MOBIEL IN TELEFOONZAK & BOEK PAKKEN
• 10 minuten IN STILTE lezen!

HERHALING

Vrijdag 15 november, lesuur 5:

PTA 1303 Woorden H1 en H2 + woordentrainer H1

Vandaag

• Klassikale oefenopdracht gecombineerd met vragen op telefoon
  
• Geen klassikale instructies. Heb je hulp nodig? Steek je vinger op tijdens het zelfstandig werken!
  
• Oefenen

Wat is het tekstdoel van het filmpje?

1. Activeren
2. Amuseren
3. Overtuigen
4. Informeren

We gaan dadelijk een tekst lezen. Waar denk je dat deze tekst over zal gaan?

1. Het Klokhuis
2. Werken in een fabriek
3. Kruidnoten

Klassikale opdracht 

Je krijgt van mij een tekst. Je mag deze tekst pas omdraaien wanneer ik het zeg. Je krijgt dan 30 seconde de tijd om deze tekst te bekijken. Daarna draai je de tekst weer om.  

Hoeveel plaatjes stonden er bij deze tekst?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is het onderwerp van deze tekst?

1. De pepernotenfabriek
2. Sinterklaas
3. Verschil pepernoten en kruidnoten
4. Kruidnoten

Welke leesstrategie heb je gebruikt om achter de grote lijn van dit verhaal te komen?

1. Verkennend lezen
2. Studerend lezen
3. Zoekend lezen
4. Nauwkeurig lezen

Je hebt de tekst niet helemaal gelezen. Kun je ondanks dat toch de grote lijn ontdekken?

1. Ja
2. Nee

Klassikale opdracht

Je krijgt dadelijk vijf minuten de tijd om de tekst helemaal te lezen. Er volgen daarna vragen over deze tekst. Zorg dat je je telefoon nog niet afsluit. Je mag de tekst bij de vragen houden.

Wat is de functie van deze dikgedrukte inleiding?

1. Er wordt een mening gegeven.
2. Er wordt een vraag gesteld.
3. Er wordt een korte samenvatting gegeven.
4. Vertellen waarom de tekst geschreven is.

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

1. Informeren
2. Activeren
3. Amuseren
4. Overtuigen

Hoeveel deeltitels heeft deze tekst?

1. 1
2. 4
3. 5
4. 6

In alinea 3 zie je het signaalwoord 'daarentegen' bij welk tekstverband hoort dat signaalwoord?

1. Opsommend tekstverband
2. Concluderend tekstverband
3. Oorzaak-gevolg
4. Tegenstellend tekstverband

Wie begrijpt de verwarring heel erg goed?

1. Banketbakker Ronald van Rooijen
2. De eigenaar van de pepernotenfabriek
3. EditieNL
4. De consument

Wat is volgens deze tekst een kruidnoot?

Welk signaalwoord staat in alinea 9?

1. maar
2. ook
3. hoewel
4. volgens

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'ook'?

1. Tegenstellend tekstverband
2. Oorzaak-gevolg
3. Opsommend tekstverband
4. Concluderend tekstverband

Is de pepernotenfabriek van plan de naam kruidnoot te gaan gebruiken?

1. Ja
2. Nee

Leg uit waarom niet.

Wat is de tekstsoort van deze tekst?

1. Amuserende tekst
2. Informatieve tekst
3. Tekst met een mening (betogende tekst)
4. Activerende tekst

In alinea 3 staat een signaalwoord dat hoort bij het tekstverband oorzaak-gevolg. Welk signaalwoord is dat?

1. Maar
2. Daardoor
3. Daarentegen
4. immers

Wat is de tekstvorm van deze tekst?

1. Handleiding
2. Schoolboektekst
3. Nieuwsbericht
4. Verslag

huiswerk

vrijdag 15 nov.:

PTA Woorden H1 + 2 & E-pack H1!

maandag 18 nov.:

m. leestaak (opdr. 7 t/m 11, wb, blz. 82-83)