46. Thema 7, week 2 Instr. en Flitsles 5, woorden die eindigen op -ig

lesdoel
Ik kan woorden met de
uitgang -ig correct spellen.








1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

lesdoel
Ik kan woorden met de
uitgang -ig correct spellen.








Slide 1 - Diapositive

Hoeveel woorden die eindigen op -ig staan in dit verhaaltje?

Slide 2 - Diapositive

lesdoel
Ik kan woorden met de uitgang -ig correct spellen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive


Maak het woord af.
Schrijf het hele woord op.

Slide 5 - Question ouverte


Maak het woord af.
De behend... Layla maakt een doelpunt.

Slide 6 - Question ouverte


Maak het woord af.
Schrijf het hele woord op.

Slide 7 - Question ouverte


Maak het woord af.
Schrijf het hele woord op.

Slide 8 - Question ouverte


Maak het woord af.
De len... Mona.

Slide 9 - Question ouverte


Maak het woord af.
Schrijf het hele woord op.

Slide 10 - Question ouverte

verdrietig

Slide 11 - Diapositive

Je hoort -ug maar je schrijft -ig.
Voor welk woord geldt deze regel niet?

Slide 12 - Question ouverte

spelling
Thema 7, week 2

Les 5 10 x plussen
Flitsen bij les 5 - 10 x plussen

Slide 13 - Diapositive