Grensoverschrijdend gedrag (LTK 3 - module 5 - week 6 t/m 8)

Grensoverschrijdend gedrag
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
TAMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grensoverschrijdend gedrag

Slide 1 - Diapositive

Grenzen 
Wat betekent het woord grenzen?
Wat zijn persoonlijke grenzen ? 
Wat zijn professionele grenzen? 

Slide 2 - Diapositive

Grenzen 
Een grens is een  scheidingslijn. 
Zichtbare grenzen
Denkbeeldige grenzen

Slide 3 - Diapositive

Persoonlijke grenzen 
Een persoonlijke grens, scheidingslijn die jij persoonlijk maakt.
  •  Vanuit jouw opvoeding 
  •  Vanuit normen en waarden
  •  Vanuit cultuur en omgeving 
  •  Vanuit opgedane ervaringen
  •  Vanuit eigen overtuigingen. (aardig gevonden worden) 

Slide 4 - Diapositive

Professionele grenzen 
Deze grens hanteer je in de uitoefening van je functie.
De grens wordt gesteld door; 
  • Door jezelf
  • Functie en positie 
  • Het bedrijf waar je werkt (protocollen/procedures/werkwijzen) 
  • De wetgeving 

Slide 5 - Diapositive

grensoverschrijdend gedrag

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Definitie grensoverschrijdend gedrag

Grensoverschrijdend gedrag is het toebrengen van (ernstige) schade op fysiek, mentaal
en emotioneel vlak.

Slide 8 - Diapositive

Verschillende vormen van grensoverschrijdend gedrag
Grensoverschrijdend gedrag kan verschillende vormen aannemen:
 

  • pesten (bijvoorbeeld buitensluiten of vernederen;
  • intimidatie (bijvoorbeeld schelden of bedreigen;
  • seksuele intimidatie (bijvoorbeeld ongewenste aanrakingen of opmerkingen, aanranding of verkrachting);
  • discriminatie (bijvoorbeeld op grond van afkomst, leeftijd of seksuele gerichtheid);
  • lichamelijke agressie (bijvoorbeeld slaan of schoppen);
  • Cyberpesten

Slide 9 - Diapositive

Mogelijke gevolgen

  • Angst
  • Paniekaanvallen
  • Schaamte
  • Schuldgevoel
  • Laag zelfbeeld
  • Stress
  • PTSS
  • Burn-out

Slide 10 - Diapositive

Risico's op de werkplek en/of BPV-plek
Weinig collegiale toetsing en toezicht
Scheve man-vrouw verhoudingen
Sterk hiërarchische cultuur
Onveiligheid binnen de organisatie
Collega’s die elkaar niet aanspreken
Onvoldoende sturing op functioneren
Onvoldoende leren van eerdere incidenten
Gebrekkige dialoog over integriteit en professioneel gedrag


Slide 11 - Diapositive

Dilemma's die jij kunt voelen
Grens stellen en .....
  • Aardig gevonden willen worden.
  • De ander geen pijn willen doen.
  • Twijfelen of jij het wel juist hebt.
  • Angst om het contact te verliezen.
  • Angst voor je baan of negatieve beoordeling. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Hoe ga je om met een cliënt die grensoverschrijdend gedrag vertoond?
  • Geef aan bij de cliënt met een duidelijk stem dat je er niet van gediend bent.
  • Geef duidelijk aan bij de cliënt dat je het niet prettig vind.
  •  Ga een intervisie aan (zo kan de hulpverlener reflecteren op hun ervaring/wat er gebeurd is). 
  • Vind je het spannend zelf aan te geven bij de cliënt, ga naar je werkbegeleider toe. 

Slide 14 - Diapositive

Hoe ga je om met een collega die grensoverschrijdend gedrag vertoond?
  • Geef duidelijk je grenzen aan
  • Geef het aan bij je werkbegeleider
  • Ga langs bij een vertrouwenspersoon  

Slide 15 - Diapositive

Grensoverschrijdend gedrag van professionals
Wat professionals het beste kunnen doen bij grensoverschrijdend gedrag door een andere professional is:
•  zorgen voor rust in de groep of in individueel contact rust voor de student/ patiënt/ cliënt (het slachtoffer eventueel wat extra aandacht geven);  
•  zijn of haar collega aanspreken op zijn gedrag als de studenten/ cliënten/ patiënten weg zijn;  
•  zijn of haar collega vertellen dat zijn of haar leidinggevende hierover geïnformeerd moet worden.  

Wat professionals beter niet kunnen doen, is:  
•  zonder medeweten van zijn of haar collega naar de leidinggevende gaan;  
•  het incident in een teamvergadering inbrengen;  
•  wachten tot een dergelijke situatie zich opnieuw voordoet;  
•  de ouders van andere studenten/ de betrokken student/ cliënt/ patiënt op de hoogte brengen.  

Slide 16 - Diapositive

Einde 

Slide 17 - Diapositive