lesson 3

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Lesson 3 

1. reading
2. Grammar
3. writing

Read the following text

Price of Football Tickets

The average price of football tickets across England's top four divisions has gone down. According to an annual BBC Sport study, tickets now cost up to 2.4 per cent less than they did last season. Manchester City has the cheapest season tickets in the Premier League at £299. Arsenal's are the most expensive at £985. 

Sports Minister Hugh Robertson said: "Clubs are beginning to understand

what fans are going through and change their prices accordingly. People

simply have less money these days because of the crisis." 

Hoe duur zijn de duurste kaartjes?
En van welke club zijn ze?
(2 antwoorden)

1. 299 pond
2. 985 pond
3. Arsenal
4. Manchester City

Waarom hebben de supporters tegenwoordig minder geld te besteden?

1. Door het Corona virus
2. Door grotere gezinnen
3. Door de crisis
4. Omdat ze geen vaste baan hebben.

Speel de rode vakjes naar elkaar toe.

299 pond

Kaartjes zijn nu 2.4% goedkoper

Geld 

De prijs van voetbal tickets

Goed- 

koopste

kaartjes

BBC Sport zegt

Van wat hebben mensen minder

de tekst gaat over

Wat is er volgens de tekst gebeurd?
En waarom is dat zo?

Nu gaan we het over grammatica hebben.

De Past Simple 

Past Simple 

Vandaag gaan we het hebben over de Past Simple 

Ook wel de Verleden Tijd.

In het filmpje hieronder vind je uitleg over deze grammatica. 

Vraagzinnen en ontkenningen.

Om vragen en ontkenningen

te maken heb je de verleden-

tijdsvorm van to do nodig.

Daarna volgt het hele werkwoord.

Vraagzinnen= vooraan

ontkenningen = na onderwerp (met not)

                                    

Welke zinnen staan in de verleden tijd?

1. I worked yesterday.
2. Did you move the chair?
3. I didn't know that.
4. I went to her for help.

In welke zinnen staat een FOUT.

1. Did you came to the hous?
2. We went to the Zoo.
3. We borrowed your socks.
4. We didn't worked that evening.

Past simple regular verbs

Past simple irregular verbs

swim

walk

drive

cook

give

have

Maak van de volgende zin een vraagzin:
I worked on Monday

Vertel dat je vorige week naar huis bent gekomen.

Maak 1 vraagzin, 1 ontkennende zin, en 2 normale zin.
In de verleden tijd natuurlijk.

Bij ontkenningen gebruik je= 

Onderwerp - didn't + hele werkwoord.

Bij vraag zinnen gebruik je= 

Did - onderwerp - hele werkwoord.

Normaal = 

werkwoord + ed of 2de rijtje onregelmatig werkwoord.

Nu gaan we een schrijf opdracht doen. 

Kies een van de opdrachten. 

Vergeet niet dat je hiervoor ook de past simple moet gebruiken.

Vertel wat je vorige week gedaan hebt.
Schrijf 1 zin voor iedere dag van de week (7 zinnen in totaal).

Vertel in 50 woorden wat je vorige week hebt gedaan.
Je was namelijk thuis.

Je bent vorige week veel thuis geweest. Vertel in 50 woorden wat je daarvan vond.