1.1 Scheikunde

Regels bij scheikunde (NaSk2)
  • Zorg dat je op tijd bent in de les
  • Zorg ervoor dat je al je spullen bij je hebt: Leerboek, werkboek, pen, potlood, gum, rekenmachine, 
  • Geen laptop behalve als het nodig is voor een les
  • Maak je huiswerk
  • Als je iets niet snapt laat het dan aan mij weten, dan kan ik je helpen.

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Regels bij scheikunde (NaSk2)
  • Zorg dat je op tijd bent in de les
  • Zorg ervoor dat je al je spullen bij je hebt: Leerboek, werkboek, pen, potlood, gum, rekenmachine, 
  • Geen laptop behalve als het nodig is voor een les
  • Maak je huiswerk
  • Als je iets niet snapt laat het dan aan mij weten, dan kan ik je helpen.

Slide 1 - Diapositive

We gaan beginnen met Scheikunde (NASK2)
Leerdoelen van deze les:
  • Wat zijn de drie natuurwetenschappen?
  • Wat zijn stof eigenschappen?
  • Wat zijn de gevarensymbolen / pictogrammen?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Welke dingen uit het filmpje had je geen idee van dat het scheikunde was?

Slide 4 - Question ouverte

Natuurwetenschappen

De natuurwetenschappen zijn de takken van de wetenschap die zich bezighouden met de natuur en de natuurwetten.


Ze bestuderen hoe de aarde en het heelal er uit ziet (Aardrijkskunde en Sterrenkunde), hoe het leven er uit ziet (Biologie), hoe we de energie goed kunnen gebruiken (Natuurkunde) of welke stoffen we goed kunnen gebruiken (Scheikunde)

Wij bespreken er drie. (Biologie, Natuurkunde en Scheikunde) 

Slide 5 - Diapositive

Biologie

Bij biologie worden de levende organismes bestudeerd. Bio betekent leven en logos betekent beschrijving.



Slide 6 - Diapositive

Natuurkunde

De natuurkunde bestudeert de natuurwetten (zwaartekracht, beweging, elektriciteit, licht) en heeft te maken met energie.

Alle natuurwetten zijn terug te herleiden tot energie.

Slide 7 - Diapositive

Scheikunde
Scheikunde is het onderzoeken van stoffen. Kunnen stoffen veranderen? Kun je nieuwe stoffen maken? En welke invloeden hebben de verschillende stoffen op elkaar?

Kortom; alles wat te maken heeft met stoffen is scheikunde.

Slide 8 - Diapositive

Stofeigenschappen

Stoffen kun je herkennen aan de stofeigenschappen. Iedere stof heeft eigen eigenschappen, daardoor zijn stoffen beter geschikt om ergens voor te gebruiken.


Kortom; een stofeigenschap is een eigenschap van een stof waar je de soort stof aan kunt herkennen.

Slide 9 - Diapositive

Stofeigenschappen

Bijvoorbeeld;

  • water is doorzichtig (je herkent water dan aan de 'kleur')
  • lood heeft een grote dichtheid (je herkent lood dan aan de dichtheid)
  • olie is brandbaar (je herkent olie dan aan het feit dat je het kunt verbranden)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Gevarensymbolen







(schadelijk)                                        (bijtend)

Slide 12 - Diapositive

Gevarensymbolen in het dagelijks leven

Slide 13 - Diapositive

Welke wetenschap houdt zich bezig met de levende natuur?
A
sterrenkunde
B
biologie
C
natuurkunde
D
scheikunde

Slide 14 - Quiz

Welke wetenschap houdt zich bezig met het energie probleem op de wereld?
A
sterrenkunde
B
biologie
C
natuurkunde
D
scheikunde

Slide 15 - Quiz

Welke wetenschap houdt zich bezig met het veranderen van stoffen?
A
sterrenkunde
B
biologie
C
natuurkunde
D
scheikunde

Slide 16 - Quiz

Stofeigenschappen zijn:
A
geur, kleur, massa
B
fase, geur, kleur
C
kookpunt, smeltpunt, kleur
D
fase, geur, smaak

Slide 17 - Quiz

De stofeigenschappen van alcohol zijn:
A
Gewicht en geur
B
Kleur en geur
C
Brandbaarheid en geur
D
Kleur en brandbaarheid

Slide 18 - Quiz

Noem zoveel mogelijk stofeigenschappen van koffie.

Slide 19 - Question ouverte

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
giftig
B
licht ontvlambaar
C
corrosief
D
schadelijk

Slide 20 - Quiz

Wat is de betekenis van dit gevarensymbool?
A
explosief
B
ontvlambaar
C
brandbevorderend
D
schadelijk

Slide 21 - Quiz

Wat betekent het gevarensymbool op de fles?
A
Giftig
B
Corrosief
C
Explosief
D
Schadelijk

Slide 22 - Quiz

En nu 
- aan de slag met 1.2
- over 2 wk SO dichtheid 
- mk in het werkdoel deel A
- zo practicum 
- practicum is onderdeel van het portfolio cijfer 

Slide 23 - Diapositive