1MH1 8/6/22

Bonjour à tous!

Le hadith de la semaine

De boodschapper van Allah (vzmh) zei: “Wie in Allah en de Laatste dag gelooft, moet zijn familiebanden onderhouden”. (Bukhari)

Beknopte uitleg:

- In een andere hadith: “Degene die de familiebanden verbreekt, zal het paradijs niet betreden.”

- Blijf in contact met de familieleden van beide ouders.

- Zoek geen excuses door te zeggen dat zij de banden ook niet onderhouden met jou.

- Verwacht enkel een beloning van Allah.

Lesdoelen/buts

Aan het eind van de les:

- kan ik het delend lidwoord herkennen in een zin.

- kan ik het delend lidwoord toepassen in een zin.

Qu'est-ce qu'on va faire?

- Grammaire II 

- Grammaire II Extra

Delend lidwoord

In deze les ga je leren wat het delend lidwoord is en hoe je het delend lidwoord gebruikt in het Frans

het delend lidwoord

bestaat niet in het Nederlands.

Als er in het Nederlands geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord komt dan krijg je in het Frans het delend lidwoord.

Hoe kies ik het juiste delend lidwoord?

delend lidwoord	voor een zelfstandig naamwoord dat ... is
du	mannelijk
de la	vrouwelijk
de l´	met een klinker of h begint
des	meervoud

Explication: Delend lidwoord

Delend lidwoord: Als je in het Nederlands geen lidwoord gebruikt. (Ik drink_koffie/zij eet_salade/ik wil graag_frietjes etc.)

mnl	du	je bois du café
vrl	de la	elle mange de la salade
mv	des	Je voudrais des frites
klinker/h	de l'	J'ai de l' argent

Het delend lidwoord

Het delend lidwoord gebruik je als ...

Du gebruik je bij ...

De la gebruik je bij ...

De l' gebruik je bij ...

Des gebruik je bij ...

Het delend lidwoord

Maar let op!

Na een ontkenning of een hoeveelheidswoord, veranderen de delende lidwoorden in de/d'. 

Grammaire II

• Tijd: Vous avez 6 minutes

• Hoe: Zelfstandig werken.

• Hulp: Si tu as des questions, leve ta main! Utilise apprendre 5!

• Uitkomst: Klassikaal bespreken

• Eerder klaar?  Continuez avec l'exercice 16 B

• Wat: Faire l'exercice 16 A à la page 88

Vooruitblik

Wat gaan we in de volgende les doen?

- SO Unité 5

Les devoirs

Afmaken: exercice 3 + 4

Leren: apprendre 5 t/m 10