Het delend lidwoord

Het delend lidwoord
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Het delend lidwoord

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je het delend lidwoord in het Frans gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Explication: Delend lidwoord 
Delend lidwoord: Als je in het Nederlands geen lidwoord gebruikt. (Ik drink_koffie/zij eet_sla/ik wil graag_frietjes etc.)




mnl
du
je bois du café
vrl
de la
elle mange de la salade
mv
des
Je voudrais des frites
klinker/h
de l'
J'ai de l'argent

Slide 3 - Diapositive

Attention: Na de werkwoorden aimer, adorer, préférer en détester gebruik je het bepaalde lidwoord!
Bijvoorbeeld: Ik hou van_koffie/zij is dol op_sla/ik heb een hekel aan_frietjes etc.




mnl
le
j'aime le café
vrl
la
elle adore la salade
mv
les
Je déteste les frites
klinker/h
l'
Je préfère l'argent

Slide 4 - Diapositive

Attention: Na een woord van hoeveelheid gebruik je de of
 d'  (Voor een klinker of een stomme h)
Bijvoorbeeld: Ik neem een kopje_koffie/zij heeft een fles_melk/ik koop een kilo_frietjes etc.




mnl
de/d'
je prends une tasse de café
vrl
de/d'
elle a une bouteille de lait
mv
de/d'
j'achète un kilo de frites
klinker/h
de/d'
nous buvons beaucoup d'eau

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wat zijn de delende lidwoorden?
A
le / la / l' / les
B
un / une / des
C
à, au, aux
D
du / de la / de l' / des

Slide 7 - Quiz

Vul de zin aan met le, la, l’, les, du, de la, de l’, des, de, d’

Je mange BEAUCOUP ...... soupe (v).
A
du
B
de la
C
de l'
D
de

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste vorm van het delend lidwoord
A
j'achète UN PAQUET de la beurre (m)
B
j'achète UN PAQUET du beurre (m)
C
j'achète UN PAQUET le beurre (m)
D
j'achète UN PAQUET de beurre (m)

Slide 9 - Quiz

Kies het juiste delend lidwoord:
Je prends ...... pain(m).
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 10 - Quiz

Kies het goede delend lidwoord

Je DÉTESTE _______ aubergine (v).
A
du
B
l'
C
de l'
D
de

Slide 11 - Quiz

Vul aan met: le, la, l’, les, du, de la, de l’, des, de, d’

Je mange ...... croissants (m).

Slide 12 - Question ouverte

Vul aan met: le, la, l’, les, du, de la, de l’, des, de, d’

Je bois une tasse ... café

Slide 13 - Question ouverte

Vul aan met: le, la, l’, les, du, de la, de l’, des, de, d’

J'adore ...... salade.

Slide 14 - Question ouverte

Vul aan met le, la, l’, les, du, de la, de l’, des, de, d’
Je mange ........ viande.

Slide 15 - Question ouverte

Vul aan met: le, la, l’, les, du, de la, de l’, des, de, d’

Je bois ...... eau.

Slide 16 - Question ouverte

Vul aan met: le, la, l’, les, du, de la, de l’, des, de, d’

Je vais acheter un kilo ......... oranges.

Slide 17 - Question ouverte

Vertaal en let op het juiste gebruik van het delend lidwoord:
Ik houd van ijs.

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal en let op het juiste gebruik van het delend lidwoord:
Ik wil graag ketchup.

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal en let op het juiste gebruik van het delend lidwoord:
Neem je een bord frietjes?

Slide 20 - Question ouverte

Ik kan het delend lidwoord toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage