§5.2 Wie steun krijgt, heeft macht


- aantekeningenschrift
- pen
- inloggen lesson up
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


- aantekeningenschrift
- pen
- inloggen lesson up

Slide 1 - Diapositive

Rome, eeuwig imperium.
5.2 Wie steun krijgt, heeft macht

Slide 2 - Diapositive

Het Proefwerk
  • Wat moet je leren?
-  Hoofdstuk 4: 4.2, 4.3, 4.4.
- Hoofdstuk 5: 5.2, 5.3, 5.5, 5.6.



Zie je dit icoontje?         Schrijf over!

Slide 3 - Diapositive

Even over de LessonUps...
  • Zie je dit icoontje?         schrijf over! Zorg dus dat je een schrift bij je hebt. Geen schrift bij? Aantekening!
  • Gebruik bij het inloggen je eigen naam. Emoji's mogen!
  • Dikgedrukte gele woorden zijn belangrijke of nieuwe begrippen/woorden.
  • Zie je dit icoontje?        Als je hierop klikt krijg je de uitleg van een begrip te zien. 

Slide 4 - Diapositive

Kenmerkende aspecten H5
  • De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.
  • De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
  • de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.

Slide 5 - Diapositive

5.2.1
Nooit meer een koning

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Monarchie
  • Romulus werd de eerste koning van Rome.
  • Zijn volgelingen kwamen uit het land van de Etrusken. Dit gebied ligt boven Rome.

Slide 9 - Diapositive

Klaar met de monarchie!
  • Rome veroverde een hoop gebieden en werd steeds machtiger. 
  • Een koning had een raad van oudsten, die bestond uit rijke en machtige inwoners uit Rome.
  •  Koning Tarquinius Superbus zorgde voor onderdrukking en terreur.
  • In 509 v. Chr. lieten ze hem de stad niet meer in. Rome werd een Republiek.
Land met een staatshoofd zonder erfelijke troonopvolging (dus geen koning of een keizer).

Slide 10 - Diapositive

Waar ligt het land van de Etrusken?
A
Ten zuiden van Rome
B
Ten noorden van Rome
C
Ten westen van Rome
D
Ten oosten van Rome

Slide 11 - Quiz

Wat is een republiek?
A
Bestuursvorm met een alleenheerser, waarbij een koning de baas is
B
Land met een staatshoofd zonder erfelijke troonopvolging (dus geen koning of een keizer)

Slide 12 - Quiz

Hoe heten de tweelingbroers die Rome hebben gesticht?

Slide 13 - Question ouverte

Huiswerk!
  • Maken:  5.2 opdracht 1 t/m 2

Slide 14 - Diapositive


- aantekeningenschrift
- pen
- inloggen lesson up

Slide 15 - Diapositive

5.2.2
De Senaat aan de macht

Slide 16 - Diapositive

Aan het einde van de les...
  •  Kun je uitleggen hoe het bestuur van een Romeinse Republiek functioneert.

Slide 17 - Diapositive

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 18 - Diapositive

Was Rome eerst een monarchie of een republiek?
A
Een monarchie
B
Een republiek

Slide 19 - Quiz











 
Senatus Populusque Romanus
(De Senaat en het Volk van Rome)

Slide 20 - Diapositive

Republiek
  • Het Senaat is een vergadering van alle rijke mannen.
  • Twee Consuls leiden het Senaat.
  • Mensen mochten stemmen in het Senaat. Is het dan een democratie?
  • Nee, alleen rijke mannen uit belangrijke families mochten stemmen.
  • Deze bestuursvorm heet een Aristocratie.
Senaat = Bestuursvergadering waarvan de leden uit de rijkste en machtigste families van Rome kwamen

Consul = Hoge bestuurder van Rome


Aristocratie = Bestuursvorm waarbij weinig/enkele mensen de baas zijn, vaak rijke mensen (edelen)


Republiek = Land met een staatshoofd zonder erfelijke troonopvolging (dus geen koning of een keizer)

Slide 21 - Diapositive

En het gewone volk?
  • Het gewone volk van Rome kon geen Senator of Consul worden.
  • Daar kwam verzet tegen dus kwam er een volksvergadering
  • Alleen mannen met burgerrecht mochten stemmen. 
  • Vrouwen, kinderen, slaven en vreemdelingen mochten niet stemmen. 
Volksvergadering =
Vergadering van mannen met burgerrecht

Burgerrecht =
Het recht jezelf burger te noemen met de daarbij horende voorrechten


Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Is Rome nu een democratie? Leg uit waarom wel/niet.

Slide 24 - Question ouverte

Huiswerk!
  • Maken: §5.2 opdracht t/m 7

Slide 25 - Diapositive