Hst 4 democratische rechtsstaat

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Hst 3

Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland

Hst 4:  Naar een parlementaire democratie

1848-1817

Thorbecke

Liberaal

Willem III

Conservatief

Schaepman

Katholiek

Kuyper

Protestant

Troelstra

Socialist

Aan de hand van de volgende filmpjes  wordt Hst 4 in zijn geheel uitgelegd. 

Om de stof te verwerken kun je de opdrachten daarna maken.

Waarom werden er in 1853 weer bisdommen ingesteld in Nederland?

Wat is de Aprilbeweging?

Welk gewoonterecht heeft zich ontwikkeld tussen 1853 en 1866?

1. Dat de koning aftreed als de tweede kamer het niet eens is met zijn beleid
2. Dat de tweede kamer bij een conflict tussen ministers en tweede kamer ontbonden zal worden.
3. Dat de ministers bij een conflict tussen de ministers en de tweede kamer aftreden.
4. Dat de minister-president bij een conflict tussen ministers en tweede kamer af zal treden.

Leg uit in je eigen woorden uit hoe een stelsel van evenredige vertegenwoordiging werkt.

Leg uit in je eigen woorden uit hoe een districtenstelsel werkt.

Leg uit wat de "sociale kwestie" is.

Leg uit wat de "kiesrechtkwestie" is.

Leg uit wat de "schoolstrijd" is.

Bekijk het volgende filmpje over het ontstaan van politieke partijen,

of 

Vraag je docent om uitleg over de confessionelen, de socialisten en de liberalen,

of

Lees par. 4.4, 4.5 n 4.6

Leg uit waarom de ARP, de eerste politieke partij van Nederland, tot stand kwam.

Leg in je eigen woorden uit wat "confessionelen" zijn, in welke twee geloofsgroepen deze uit elkaar vallen in Nederland.

Leg uit wat het liberalisme is.

Leg uit wat het socialisme is.

Wie hoort bij welke stroming? Sleep de gele blokken naar de juiste plek.

Protestanten

Katholieken

Liberalen

Socialisten

Schaepman

Troelstra

Kuyper

Domela Nieuwenhuis

Groen van Prinster

Van Houten

Thorbecke

Maak opg. : 4, 11, 14, 16, 17 van hst 4 in je schrift. Upload een afbeelding hier.

Kijk nu je opgaven na aan de hand van de uitwerkingen op de ELO. Heb je er nog vragen over? Je kunt ze hier kwijt.

Bekijk de leerdoelen van hst 4 (blz. 52) kritisch, en schrijf ze (eventueel) uit in je schrift. Welke leerdoelen begrijp je niet of welke vragen heb je nog? Je mag hier ook je leerdoelen uplaoden als je wilt dat de docent ze nakijkt.

Neem GS compact er bij. Geef aan welke kenmerkende aspecten aansluiten bij Hst 4. Schrijf die hieronder op.

Maak nu de slotopdracht van hst. 4 op blz. 52 in je schrift. Upload een afbeelding hier.

Heb je verder nog vragen of opmerkingen (over de stof van hst. 4)?