K6 KGT

Wortschatz NL-D
Vertaal de woorden naar het Duits en typ nu het antwoord. Denk aan HOOFDLETTERS!!!
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Wortschatz NL-D
Vertaal de woorden naar het Duits en typ nu het antwoord. Denk aan HOOFDLETTERS!!!

Slide 1 - Diapositive

saai

Slide 2 - Question ouverte

leuk

Slide 3 - Question ouverte

dom, stom

Slide 4 - Question ouverte

makkelijk

Slide 5 - Question ouverte

moeilijk

Slide 6 - Question ouverte

de gitaar

Slide 7 - Question ouverte

de stad

Slide 8 - Question ouverte

het drumstel

Slide 9 - Question ouverte

de hobby

Slide 10 - Question ouverte

Grammatik: haben und sein
Vul de juiste vorm van het werkwoord 'haben' of 'sein' in.

Slide 11 - Diapositive

Vul de juiste vorm in:
ich (sein) ...

Slide 12 - Question ouverte

du (haben) ...

Slide 13 - Question ouverte

du (sein) ...

Slide 14 - Question ouverte

ich (haben) ...

Slide 15 - Question ouverte

er (sein) ...

Slide 16 - Question ouverte

wir (haben) ...

Slide 17 - Question ouverte

er (haben) ...

Slide 18 - Question ouverte

wir (sein) ...

Slide 19 - Question ouverte

ihr (haben) ...

Slide 20 - Question ouverte

ihr (sein) ...

Slide 21 - Question ouverte

Grammatik: werkwoorden
Zet het werkwoord in de juiste vorm. Denk aan: IDEWISS/ESTTENTEN!

Slide 22 - Diapositive

ich (spielen) ...

Slide 23 - Question ouverte

du (kommen) ...

Slide 24 - Question ouverte

Tim (rennen) ...

Slide 25 - Question ouverte

wir (kaufen) ...

Slide 26 - Question ouverte

ihr (reden)

Slide 27 - Question ouverte

Sie (spielen)

Slide 28 - Question ouverte