Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
De Romeinse samenleving
Slide 1 - Diapositive
Programma
terugblik
uitleg 4.2
check
afsluiten
Slide 2 - Diapositive
➤Waarom werd Julius Caesar vermoord?
A
Hij was een slechte keizer
B
Hij werd te machtig
C
Hij had de keizer beledigd
D
Hij had een veldslag verloren
Slide 3 - Quiz
Julius Caesar was de eerste keizer van het Romeinse Rijk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Hoe noem je de mannen die Caesar vermoord hebben?
A
Consuls
B
Plebejers
C
Patriciërs
D
Senatoren
Slide 5 - Quiz
➤Wat betekent de titel 'Augustus'
A
De verhevene
B
Dictator voor het leven
C
Keizer van het Romeinse rijk
D
Redder van de Republiek
Slide 6 - Quiz
➤Wat is de juiste volgorde over het bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek
Slide 7 - Quiz
Geef een verklaring waarom de monarchie eerst werd afgeschaft, maar het Augustus lukte om toch in zijn eentje het rijk te besturen. Leg hierbij eerst uit hoe Augustus aan de macht kwam.
Slide 8 - Diapositive
Kies het juiste woord en vul aan: Rome was na 500 v.c. wel/geen aristocratie, want...
Slide 9 - Question ouverte
Leerdoelen
aan het eind van deze les:
weet je welke sociale verschillen er waren in het Romeinse Rijk
weet je hoe Romeinse leiders hun volk tevreden wilde houden
Slide 10 - Diapositive
De Romeinse economie
Het leven in het Romeinse rijk was gebaseerd op landbouw en nijverheid.
Veel handel tussen steden --> profiteerden van Pax Romana
Slide 11 - Diapositive
Rijk zijn
Rijksten in het rijk zijn Patriciërs (adel)
Hoe meer grond je bezat, hoe rijker je was
woonden in villa's
eetfeesten
slaven
Slide 12 - Diapositive
Arm zijn
gewone volk, ook wel plebejers
woonden in flats of hutjes
aten buiten de deur
geen riolering
Slide 13 - Diapositive
Leven op het plattenland
boeren waren zelfstandig, maar vanwege de vele oorlogen waren mannen veel van huis
verkochten hun boerderij aan de rijken: afzakken tot het proletariaat
of: werken op het plattenland voor rijke boeren
Slide 14 - Diapositive
Sociale groepen
Slide 15 - Diapositive
stad
* Arme boeren ->
proletariers
* Rijken -> Elite
* Slaven
Bezit
* Vrouwen
Ondergeschikt aan mannen
Slide 16 - Diapositive
Dit is een villa rustica, een soort boerderij. Naast dit type villa, bestond er ook de villa urbana.
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.
Slide 17 - Diapositive
Dit is insula, een flatgebouw in Rome. De woningen werden gehuurd door de armere Romeinen. De meeste insulae waren 4 of 5 verdiepingen hoog. De bouwkwaliteit was niet best: bijna dagelijks waren er branden en instortingen.
De kamers bovenin een insula waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insula klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.
timer
3:30
Slide 18 - Diapositive
0
Slide 19 - Vidéo
Waarom gaven de autoriteiten Brood en Spelen aan het volk?
Slide 20 - Question ouverte
Brood en Spelen
om volk tevreden te houden: gratis graan
gladiatorengevechten werden georganiseerd om volk te vermaken
georganiseerd door leiders of autoriteiten om zelf populair te worden
Slide 21 - Diapositive
Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.
Slide 22 - Diapositive
Slaven
verkregen uit oorlogen als krijgsgevangen
werkten in landbouw, in huizen van rijken en soms als gladiator
soms konden zij zich vrijkopen
Slide 23 - Diapositive
Wat is PAX ROMANA?
A
Rustige tijd in Romeinse rijk.
B
Dat het in druk werd in Rome
C
Er werd veel gevochten.
D
De mensen verlieten Rome om op het platteland te wonen.
Slide 24 - Quiz
Welke verklaring kunnen we geven voor het feit dat de autoriteiten in Rome 'brood en spelen' organiseerden?
A
Zo probeerden men het volk rustig te houden
B
Zo probeerden men het volk meer aan sport te laten doen
C
Zo probeerden men het volk aan te moedigen in het leger te gaan
D
Zo probeerden men het volk gezonder te laten eten
Slide 25 - Quiz
Zet de woorden in het juiste vak
patriciërs
plebejers
consul
gewone burgers
rijke burgers
senaat
arme boeren
patroon
Slide 26 - Question de remorquage
De Romeinen kenden munten.
➤Maar kenden de Romeinen ook al briefgeld?
A
Ja
B
Nee
Slide 27 - Quiz
Arme Romeinen leefden in flatjes.
➤Hoe noemen we die flatjes?
A
Insula
B
Villa
C
Via
D
Therm
Slide 28 - Quiz
Wat voor soort mensen zaten er in de senaat?
A
Rijke Romeinen
B
Belangrijke Romeinen
C
Rijke Romeinse mannen
D
Rijke en belangrijke Romeinse mannen
Slide 29 - Quiz
In veel boeken over de Romeinen wordt regelmatig gesproken over: Imperium Romanum.
Wat zou dit betekenen?
A
Romeinse Leiders
B
Romeinse Tijd
C
Romeinse Vrede
D
Romeinse Rijk
Slide 30 - Quiz
De Romeinse samenleving is een
A
landbouw-stedelijke samenleving
B
stedelijke samenleving
C
landbouwsamenleving
D
agrarisch-urbane samenleving
Slide 31 - Quiz
In de Romeinse samenleving wonen de meeste mensen....