Het restaurant (woordenschat)

Het restaurant
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsISK

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Het restaurant

Slide 1 - Diapositive

We gaan uit eten

Slide 2 - Diapositive

Wij zijn de gasten.
1 gast               2 gasten

Slide 3 - Diapositive

De serveerster                      De ober    

Slide 4 - Diapositive

De ober wijst de tafel aan.

Slide 5 - Diapositive

De menukaart

Slide 6 - Diapositive

De bestelling

De ober neemt de bestelling op.

"Heeft u een keuze kunnen maken?"

Slide 7 - Diapositive

Het voorgerecht

Slide 8 - Diapositive

Het hoofdgerecht

Slide 9 - Diapositive

Het nagerecht 

Het desert

Slide 10 - Diapositive

Vegetarisch of vegan
geen vlees

Slide 11 - Diapositive

Proosten
"Proost"           "Op je gezondheid" 

Slide 12 - Diapositive

Dineren

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

De rekening   
"Mag ik de rekening?"
"Kan ik afrekenen?"

Slide 15 - Diapositive

De rekening betalen
contant
pinnen

Slide 16 - Diapositive

De fooi     

Slide 17 - Diapositive

Werken in een restaurant
de kok
in de keuken

Slide 18 - Diapositive

Werken in de keuken
De afwasser

Slide 19 - Diapositive

Werken in de bediening
de serveerster
de ober

Slide 20 - Diapositive

Tafel dekken

Slide 21 - Diapositive

Het bestek     
de vork
het mes
de lepel

Slide 22 - Diapositive

De servetten vouwen
De serveerster vouwt de servet.

Slide 23 - Diapositive

De drank inschenken
wijn
water

Slide 24 - Diapositive

Serveren  
De ober serveert het gerecht

Slide 25 - Diapositive

Afruimen    
De ober ruimt de tafel af.

Slide 26 - Diapositive

Dit is:
A
De kok
B
De ober
C
De serveerster
D
De afwasser

Slide 27 - Quiz

Dit is:
A
Het bestek
B
De rekening
C
De menukaart
D
De servet

Slide 28 - Quiz

Dit is:
A
De ober
B
De serveerster
C
De afwasser
D
De kok

Slide 29 - Quiz

Wie is dit?

Slide 30 - Question ouverte

Wat is dit?

Slide 31 - Question ouverte

Maak een zin.

Slide 32 - Question ouverte

de ober
de serveerster
de afwasser
de kok
het bestek
de rekening

Slide 33 - Question de remorquage

Ik ga uit eten in een restaurant. Kan ik deze broek aan?
A
ja
B
nee

Slide 34 - Quiz

Ik werk in een restaurant. Doe ik het goed?
A
ja
B
nee

Slide 35 - Quiz

Ik werk in een restaurant.
Doe ik het goed?
A
ja
B
nee

Slide 36 - Quiz

Wil jij in een restaurant werken?
A
ja
B
nee

Slide 37 - Quiz

Wie weet de meeste woorden uit deze les?

Slide 38 - Question ouverte

Goed gedaan!

Slide 39 - Diapositive