Herhalingsles 19-4-2021

Herhalingsles

1 / 22

Slide 1: Diapositive

RekenenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhalingsles

Slide 1 - Diapositive

Bespreken van het huiswerk

Pak allemaal je werkblad erbij

Slide 2 - Diapositive

Vraag 1:
1000 = ………………………….

m^{​ 3 ​ ​}

d m^{​ 3 ​ ​}

Slide 3 - Question ouverte

Vraag 2:
0,5 dm = …………………………….. mm

Slide 4 - Question ouverte

Vraag 3:
Wat is de inhoud van het aquarium
in kubieke decimeter? ……...…

d m^{​ 3 ​ ​}

Slide 5 - Question ouverte

Vraag 4:
500 = ……………………………………

d a m^{​ 2 ​ ​}

k m^{​ 2 ​ ​}

Slide 6 - Question ouverte

Vraag 5:
250.000 = …………………………..

m m^{​ 3 ​ ​}

d m^{​ 3 ​ ​}

Slide 7 - Question ouverte

Vraag 6:
In een zak kattenvoer zit 2500 gram. Hoeveel kilogram is dit? …………………………………… kg

Slide 8 - Question ouverte

Vraag 7:
16,5 dl = ……………………… cl

Slide 9 - Question ouverte

Vraag 8:
1250 = ……………………………..

c m^{​ 2 ​ ​}

d m^{​ 2 ​ ​}

Slide 10 - Question ouverte

Vraag 9:
De oppervlakte van een matras is 440 . Wat is de oppervlakte van het matras in vierkante meter?
…………………………………………………….

d m^{​ 2 ​ ​}

m^{​ 2 ​ ​}

Slide 11 - Question ouverte

Vraag 10:
Wat is de oppervlakte van het sushibord?………………………..

c m^{​ 2 ​ ​}

Slide 12 - Question ouverte

Vraag 11:
Wat is de inhoud van de doos?
………………………………………..…

d m^{​ 3 ​ ​}

Slide 13 - Question ouverte

Vraag 12:
Wat is de omtrek? ………………… m

Slide 14 - Question ouverte

Vraag 13:
400 L = ………………………………….

m^{​ 3 ​ ​}

Slide 15 - Question ouverte

Ton

Slide 16 - Diapositive

Ton

1 ton is gelijk aan

1000 kg

Slide 17 - Diapositive

Hoeveel kilogram mag
er over deze brug?

Slide 18 - Question ouverte

Simon is om 7:05 u vertrokken.
Hij kijkt op zijn horloge als hij aankomt.
Hoe lang was Simon onderweg?
.............. uren en ................ minuten

Slide 19 - Question ouverte

Hoeveel uren en minuten duurt het in
totaal om de spinazietaart te maken?
................. uren en ................. minuten

Slide 20 - Question ouverte

Willeke rijdt van Ede naar Nürnberg.
Ze vertrekt om 11:30 u. Hoe laat komt
Willeke aan in Nürnberg?
............. : ............

Slide 21 - Question ouverte

Wat willen jullie nog oefenen voor de toets?

Slide 22 - Question ouverte