2D Geriatri/chr. zieken Dementie

Wat is de oorzaak van het syndroom van Down?
1 / 27
suivant
Slide 1: Question ouverte
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wat is de oorzaak van het syndroom van Down?

Slide 1 - Question ouverte

Wat zijn de verschijnselen bij FAS? (Foetaal alcohol syndroom)

Slide 2 - Question ouverte

Welk symtoom is typerend voor de ziekte van Parkinson?
A
Trillen
B
Obstipatie
C
Vrolijkheid
D
Misselijkheid

Slide 3 - Quiz

MS

Slide 4 - Carte mentale

Dementie

Slide 5 - Diapositive

Onderwerpen
Hersenen
Dementie
Verloop dementie
Jonge mensen en dementie
Ziektebeelden
Gedrag
Behandeling
Zorg
Benadering
Wonen
Dementie en verstandelijke beperking

Slide 6 - Diapositive

Hersenen
Tot 25 jaar groeien ze,
na je 35ste begint de achteruitgang.
Cognitieve taken
Achteruitgang is normaal proces,
versneld door gezondheidsproblemen.

Slide 7 - Diapositive

Geheugen
Bewuste en onbewuste geheugen
Cognitieve stoornissen zijn eerst merkbaar
in het bewuste geheugen.

1 op de 5 mensen krijgt dementie.
Meer vrouwen dan mannen
Boven de 90 jaar > 40%

Slide 8 - Diapositive

Dementie

Slide 9 - Carte mentale

Dementie
Naam voor een combinatie van symptomen (een syndroom) waarbij de verwerking van informatie in de hersenen is verstoord.

50 hersenziekten dragen bij aan dementie, bijv: Alzheimer, vasculaire dementie en frontotemporale dementie.

Diagnose: geheugenstoornissen, afasie, apraxie, agnosie of stoornis in uitvoerende functies.



Slide 10 - Diapositive

Verloop van dementie
Dementie is progressief
Hersencellen krimpen of verbindingen raken beschadigd.
Snelheid is afhankelijk van soort hersenziekte.

Stadia:
1. Beginnende dementie
2. Matig ernstige dementie
3. Ernstige dementie, cliënt is volledig afhankelijk
4. Ernstige dementie, cliënt kan niet meer lopen, spreekt nauwelijks en ligt in foetushouding.

Slide 11 - Diapositive

Casus > welk stadium is dit?
Meneer van Gastel is 88 jaar. Hij heeft een afspraak met de tandarts. Hij gaat met de auto, het is een bekende weg. Na 10 minuten is hij echter alweer thuis. Zijn vrouw is verbaast en vraagt wat er is. 'Bemoei je er niet mee!' roept meneer boos uit. Hij gaat zitten en begint te huilen. Het duurt uren voordat hij is gekalmeerd. Zijn vrouw beseft dat er iets ernstig mis is. Hij heeft de tandarts ook niet kunnen vinden en wist niet meer wat hij in de auto deed. Ze denkt terug aan de afgelopen maanden, aan alle andere kleine dingen die fout gingen. 

Slide 12 - Diapositive

Jonge mensen en dementie
Vanaf 45 jaar. 
Oorzaak : ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie en frontotemporale dementie.
Erfelijk
Creutzfeldt-Jakob > gekke koeienziekte

Andere begeleiding doordat ze nog jong en sterk zijn.

Slide 13 - Diapositive

Ziekte van Alzheimer
Hersencellen van de hersenschors werken minder goed.

Eiwitten veranderen door onbekende oorzaak. 
Worden hierdoor niet meer afgebroken > verminderde activiteit in de cellen en verbindingen tussen de cellen gaan verloren.
Hersencellen functioneren niet meer en krimpen.

Kortetermijngeheugen wordt aangetast. Lange termijn geheugen is meestal nog intact.
Stoornissen in denken en doen: 
Afasie, agnosie, apraxie en stoornissen in uitvoerende functies.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Vasculaire dementie
Stoornissen in de doorbloeding van de hersenen.
Verbindingen in de hersenen raken beschadigd.
Oorzaak: ziekten aan hart en bloedvaten, erfelijkheid en ongezonde levensstijl.
Cliënten met hoge bloeddruk, diabetes of een herseninfarct.

Cognitieve stoornissen eerder dan geheugenstoornissen
Cliënten blijven zich bewust van achteruitgang.
Grillig verloop
Bombinatie van geestelijke en lichamelijke achteruitgang

Slide 17 - Diapositive

Fronto temporale dementie
Frontale of temporale zijn gekrompen door afsterven van hersencellen.
Oorzaak = defect gen. 25-40% erfelijkheid.
Gedragsveranderingen vallen als eerst op
Later geheugenstoornissen en andere stoornissen in het denken en taal.

Ontremp en soms ongepast gedrag
Verminderde aandacht voor persoonlijke hygiene
Onrust
Dwangmatig gedrag
Problemen bij het spreken

Slide 18 - Diapositive

Gedrag van cliënten met dementie
  • Depressie
  • Onrust en weigering zorg
  • Persevereren  > herhalen
  • Confabuleren > verzinnen en verbloemen
  • Verzamelzucht 
  • Achterdocht
  • Decorumverlies  > verlies normen en waarden

Slide 19 - Diapositive

Behandeling

Genezing niet mogelijk, alleen afremmen
 Medicatie: verbeteren van hormoonbalans
 Anti-stolling, bloeddrukverlagers, antipsychotica
Soms ook negatieve effecten
 Bewegen (optimale zuurstofvoorziening) tegen vallen







Slide 20 - Diapositive

Zorg voor een cliënt met dementie
  • Autonomie behouden
  • Afstemmen met cliënt
  • Agnosie > voordoen waar een onderwerp voor dient, laten voelen etc.
  • Apraxie > handeling in korte stukjes
  • Afasie > rustige benadering, 1 op 1, korte zinnen, oogcontact
  • Zorgzame en professionele houding
  • Geduld hebben

Slide 21 - Diapositive

Benadering cliënt
met dementie.

Slide 22 - Carte mentale

Benadering / begeleiding
Reminiscentie > ophalen herinneringen
Belevingsgerichte benadering
  1. Realiteitsoriëntatiebenadering > beginstadium
  2. Validation > meegaan in belevingswereld, bevestiging
  3. Zintuigactivering > snoezelen
  4. Nieuwe methoden

Slide 23 - Diapositive

Zelfstandig wonen

Casemanager adviseert en begeleidt
Verpleegkundige
Huisarts

Voorzieningen buitenshuis:
Alzheimer café
Ontmoetingscentra
Dagverzorging
Zorgboerderij

Slide 24 - Diapositive

Woonvormen
Wet BOPZ
Opname in verpleeghuis 
Kleinschalig wonen

Gesloten / niet gesloten

Slide 25 - Diapositive

Dementie bij cliënt met verstandelijke beperking
 Uitwerking is vaak ernstiger (dan de ‘gewone’ verschijnselen
van dementie voor)
 Verlies van vaardigheden, goed te zien bij mensen met
licht of matige verstandelijke beperking
 Letten op non-verbale communicatie van de cliënt

Persoonlijke benadering




Slide 26 - Diapositive

Zou jij willen werken met dementerenden? Waarom wel of niet?

Slide 27 - Question ouverte