Straattaal 1.1

Straattaal quiz
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Straattaal quiz

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Uitleg 
Je krijgt een straattaalwoord en dan zijn er 4 mogelijke antwoorden.
Je kiest het antwoord waarvan jij denkt dat het het goede antwoord is.
Er zijn ook open vragen. Hier mag je zo veel mogelijk antwoorden op de vraag geven.

Slide 3 - Diapositive

patta?
A
poes
B
moeder
C
schoen
D
ik weet het niet

Slide 4 - Quiz

niffo
A
neef
B
vriend
C
nicht
D
ik weet het niet

Slide 5 - Quiz

ewa
A
hey, hoi, hallo
B
doei
C
kast
D
ik weet het niet

Slide 6 - Quiz


A
fatoe
B
braka
C
shank
D
ik weet het niet

Slide 7 - Quiz

fissa
A
verjaardag
B
feestje
C
oud en nieuw
D
ik weet het niet

Slide 8 - Quiz

osso
A
school
B
huis
C
kerk
D
ik weet het niet

Slide 9 - Quiz

barkie

A
100 euro
B
1000 euro
C
25 euro
D
ik weet het niet

Slide 10 - Quiz

habiba
A
onderbroek
B
gezochte
C
geliefde
D
ik weet het niet

Slide 11 - Quiz

Sleep het juiste plaatje naar het woord.
planga

Slide 12 - Question de remorquage

fattoe
A
dom
B
grap
C
slim
D
ik weet het niet

Slide 13 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
bakka
B
akka
C
pirkie
D
ik weet het niet

Slide 14 - Quiz

dushi
A
moeder
B
schatje
C
vriendin
D
ik weet het niet

Slide 15 - Quiz

Met wie spreek jij allemaal straattaal?

Slide 16 - Carte mentale

ice
A
ijs
B
juwelen
C
riem
D
koelkast

Slide 17 - Quiz

moer
A
moersleutel
B
moe zijn
C
moeder
D
ik weet het niet

Slide 18 - Quiz

challas
A
doei
B
kip
C
horloge
D
ik weet het niet

Slide 19 - Quiz


A
bikoe
B
trinna
C
waggie
D
ik weet het niet

Slide 20 - Quiz

neus
A
nosso
B
doekoe
C
jacka
D
ik weet het niet

Slide 21 - Quiz

skotoe
A
slang
B
sigaret
C
scooter
D
ik weet het niet

Slide 22 - Quiz

Sleep het juiste woord naar het plaatje.
koelie
freezer
fraizer
kastoe

Slide 23 - Question de remorquage

doekoe
A
geld
B
poes
C
handdoek
D
ik weet het niet

Slide 24 - Quiz

Waarom denken jullie dat mensen straattaal gebruiken?

Slide 25 - Carte mentale

brakka
A
brood
B
moe
C
broek
D
ik weet het niet

Slide 26 - Quiz

dampoe
A
verdampen
B
scheet
C
poepen
D
ik weet het niet

Slide 27 - Quiz

Wassup
A
Goede avond
B
Hoe is t?
C
wasmachine
D
ik weet het niet

Slide 28 - Quiz

tikka
A
kassa
B
klok
C
vinger
D
ik weet het niet

Slide 29 - Quiz

bikoe
A
bitcoin
B
fiets
C
brandweer
D
ik weet het niet

Slide 30 - Quiz

Waardoor ken jij straattaal woorden?
bijvoorbeeld door: school, vrienden, sportclub...

Slide 31 - Carte mentale

voetoe
A
voet
B
vinger
C
vent
D
ik weet het niet

Slide 32 - Quiz

trinna
A
plant
B
tante
C
trein
D
ik weet het niet

Slide 33 - Quiz

chappen
A
honger
B
eten
C
pinnen
D
ik weet het niet

Slide 34 - Quiz

Welke straattaal woorden ken je nu allemaal?

Slide 35 - Carte mentale

Dit waren de vragen
Dit is het einde van de vragenlijst, dankjewel voor het meehelpen aan ons onderzoek. :)

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo