ARBO H3

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Keuzedeel Arbo 

Hoofdstuk 3

Zoek de twee goede antwoorden.
De Arbowet van 1982 is na invoering vaak aangepast omdat:

1. a. De overheid haar bemoeienis met het bedrijfsleven wilde terugbrengen.
2. b. Werkgevers en werknemers het benauwd kregen van alle door de overheid opgelegde regels.
3. c. Er steeds meer gevaren ontstonden op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn.

Werkgevers en werknemers kregen door de aanpassingen van de arbowet een grotere vrijheid. Ze mochten echter niets veranderen aan:

1. a. De verplichting om met RI&E en PVA beleid te ontwikkelen.
2. b. Het zelf zoeken naar maatregelen om aan de doelvoorschriften te voldoen.
3. c. De wijze waarop de in b genoemde maatregelen mogelijk worden vastgelegd.

Welke stelling is juist?

1. a. Door de verkregen grotere vrijheid mochten ondernemingen zelf bepalen welke normen gehanteerd zouden worden voor het maximaal toelaatbare geluid op de werkplek.
2. b. Door de verkregen grotere vrijheid mochten ondernemingen niet de normen bepalen maar wel zelf bepalen hoe de normen bereikt konden worden.
3. c. Door de verkregen grotere vrijheid mochten ondernemingen zelf de normen bepalen en bepalen hoe de normen het beste bereikt konden worden.

Het onderscheid tussen het publieke en het private domein is:

1. a. Het publieke domein zijn de werknemers en het private domein is de privesituatie van de werknemers.
2. b. Het publieke domein is de overheid en het private domein zijn de organisaties van werknemers, ook wel sociale partners genoemd.
3. c. Het publieke domein zijn de organisaties van werknemers en werkgevers (sociale partners) en het private domein is de overheid.

De Arbocatalogus is:

1. a. Een boekwerk waarin de belangrijkste ondernemingen zijn opgenomen die de doelvoorschriften van de Arbowet naleven.
2. b. Een boekwerk waarin de doelvoorschriften precies zijn beschreven.
3. c. Een document waarin de sociale partners vastgelegd hebben welke maatregelen zijn getroffen om te voldoen aan de doelvoorschriften van de Arbowet.

Het opgestelde document krijgt pas de naam ‘Arbocatalogus’ wanneer:

1. a. Het getoetst is door de Inspectie van Sociale zaken en werkgelegenheid.
2. b. Het getoetst is door de ondernemingsraad.
3. c. Het getoetst is door de sociale partners.

Het opstellen van een Arbocatalogus is:

1. a. verplicht
2. b. niet verplicht
3. c. alleen verplicht voor ondernemingen met veel risico’s

De Arbocatalogus is een goed hulpmiddel bij het opstellen van een risico-inventarisatie en een plan van aanpak omdat:

1. a. De risico-inventarisatie al onderdeel is van de Arbocatalogus.
2. b. Zowel risico-inventarisatie als plan van aanpak al onderdeel zijn van de Arbocatalogus.
3. c. Veel maatregelen en middelen al in de catalogus zijn aangegeven.

Iedere sector/branche stelt de eigen Arbocatalogus op omdat:

1. a. De Arbocatagus oplossingen biedt die geschikt zijn voor situaties (en problemen) binnen alle bedrijven die tot de branche behoren.
2. b. Er dan veel minder catalogi opgesteld hoeven worden en dat werkt kostenbesparend.
3. c. Niet alle bedrijven iets hebben aan de maatregelen die genoemd worden in de catalogus.

Een bijkomend voordeel van het opstellen van een Arbocatalogus is:

1. a. Dat de Inspectie helemaal niet meer komt controleren of de arbeidsomstandigheden goed zijn
2. b. Dat de Inspectie kan besluiten om bedrijven met een Arbocatalogus minder vaak te bezoeken in vergelijking met bedrijven die geen catalogus hebben.
3. c. Dat de Inspectie niet voor controle naar het bedrijf komt maar telefonisch overleg voert over de arbeidsomstandigheden aan de hand van gegevens uit de catalogus.